40 jaar voor Fatima verscheen Onze Lieve Vrouwe in Polen

HomeGeloof en Leven40 jaar voor Fatima verscheen Onze Lieve Vrouwe in Polen

Kardinaal Karol Wojtyła had de leiding over de formele goedkeuring van de verschijning in 1977, kort voordat hij paus Johannes Paulus II werd.

John Grondelski; Blogs; 16 mei 2022

Het heiligdom van de Moeder Gods van Gietrzwałd (GIETCH-vald) ligt ongeveer 135 mijl ten noorden van Warschau. Het is de enige plaats in Polen waar de Kerk een verschijning van de Heilige Maagd Maria heeft goedgekeurd.

Onze Lieve Vrouwe verscheen in Gietrzwałd van 27 juni tot 16 september 1877. Twee Poolse boerenmeisjes getuigden haar te hebben gezien: de 13-jarige Justyna Szafryńska, die thuiskwam van haar gewetensonderzoek voorafgaand aan haar eerste communie en, drie dagen later, de 12-jarige Barbara Samulowska, tijdens het bidden van de rozenkrans. Samulowska beleefde haar visioen aan de voet van een esdoornboom voor de kerk. Ze beschreef Onze Lieve Vrouwe als gezeten op een troon tussen engelen, met Jezus op haar knie. Toen Samulowska vroeg wie ze was, antwoordde ze: “Ik ben de Allerheiligste Maagd Maria, de Onbevlekte Ontvangenis.” Op de vraag wat ze van hen verlangde, antwoordde de Vrouwe dat ze dagelijks de rozenkrans moesten bidden. Onder de andere vragen waren er twee: “Of de Kerk in het Koninkrijk Polen zou worden bevrijd en de verweesde parochies in het zuiden van Warmia weer priesters zouden krijgen?” De Vrouwe antwoordde, dat als de mensen vurig zouden bidden, de Kerk niet vervolgd zou worden en die parochies weer priesters zouden krijgen.

Die laatste twee vragen hebben betrekking op de pastorale omstandigheden die in 1877 aan de orde waren. In 1877 bestond er niet zoiets als “Polen”, behalve in de harten van de mensen. In 1877 heette deze kleine stad “Dietrichswalde.” Het maakte deel uit van Pruisen en lag dicht bij de grens van het “Koninkrijk Polen”, wat gewoon de titel was van een administratieve eenheid van het Russische Rijk, zonder enige soevereiniteit. Pruisen en Rusland hadden, samen met Oostenrijk, tussen 82 en 103 jaar eerder grote delen van het Poolse grondgebied opgeslokt; een herrezen Polen zou pas over 41 jaar weer op de Europese kaarten verschijnen.

De katholieken in Polen leefden het meest vrij in het Oostenrijkse deelgebied, omdat de Habsburgers katholiek waren – ook al wilden zij de Kerk aan hun staat onderwerpen. Het orthodoxe Rusland vervolgde over het algemeen de katholieken, en dit was vooral het geval in Polen na de mislukte opstand van 1863 tegen de Moskovitische overheersing. Otto von Bismarck zat midden in zijn eigen Kulturkampf (1871-1887), bedoeld om de Kerk aan de Pruisische staat te onderwerpen en de voorkeur te geven aan het protestantisme.

De antwoorden van Onze Lieve Vrouwe gaven de Poolse geest moed, want ook al zaten de Polen politiek gezien onder het juk van buitenlandse dictators, hun identiteit was nauw verbonden met de Kerk en de Heilige Moeder gaf aan dat de Kerk tenminste genoeg vrijheid zou kunnen hebben om te functioneren en priesters te hebben.

De pelgrims begonnen vrijwel onmiddellijk naar Gietrzwałd te komen. Omdat Gietrzwałd deel uitmaakte van een Duits bisdom, handelden de plaatselijke kerkelijke autoriteiten terughoudend ten aanzien van de geclaimde verschijningen. De onmiddellijke reactie van de Duitse pers was dat de gebeurtenissen in Gietrzwałd politiek beladen gevaren voor de staat vormden en het resultaat waren van Pools religieus bijgeloof en fanatisme. Pelgrims en priesters werden beboet. De plaatselijke bisschop, Filip Krementz, stelde een onderzoek in, eerst door de pastoor en vervolgens door het kapittel van de kathedraal, dat rapporteerde dat de ziensters oprecht en vroom leken te handelen. De gebeurtenissen zelf leidden tot een diepgaande religieuze en mariale vernieuwing in de parochie en verspreidden zich over Pruisisch en Russisch Polen. Priester Augustin Wiechsel, die 40 jaar lang pastoor van Gietrzwałd was, bevorderde de devotie en de religieuze vernieuwing die deze teweegbracht, zelfs ten koste van vele rechtszaken en boetes wegens het bevorderen van de mariale devotie.

Uiteraard zouden de verschijningen ook politieke gevolgen hebben. Omdat Onze Lieve Vrouwe tot de ziensters sprak in het plaatselijke Poolse dialect (zodat ze het konden verstaan), probeerden de Poolse katholieken in Warmia in het midden van de jaren 1880 bij de Pruisische autoriteiten een verzoek in te dienen om het gebruik van Pools in plaats van het verplichte Duits op scholen toe te staan.

De formele kerkelijke goedkeuring van de verschijningen van Gietrzwałd vond plaats op 11 september 1977, 100 jaar na de gebeurtenissen, door Józef Drzazga, bisschop van Warmia. De viering werd geleid door de aartsbisschop van Krakau, Karol Wojtyła, die 13 maanden later bisschop van Rome zou worden, Johannes Paulus II.

Van de twee zieneressen heeft Barbara Samulowska (1865-1950) een grotere betekenis voor de Amerikanen. Zij trad in bij de Congregatie van de Zusters van Barmhartigheid van de H. Vincent de Paul, naar zij zei, volgens de wens van Onze Lieve Vrouwe, en begon haar noviciaat in 1884 in Parijs, in de kapel waar Onze Lieve Vrouwe de Wonderdadige Medaille had onthuld. Ze legde haar plechtige geloften af in 1889, nam als religieuze naam Stanisława aan en werd voor missiewerk uitgezonden naar Guatemala. Afgezien van kleine onderbrekingen in Frankrijk en Polen zou zij bijna haar hele verdere leven werken met de armen van Guatemala en Antigua. In 1950 overleed zij in het eerste land. Haar zaligverklaringsproces werd in 2006 op diocesaan niveau afgesloten en ligt nu bij Rome. Zij draagt de titel “Dienares van God”.

Hoewel Gietrzwałd nu wordt geassocieerd met die Mariaverschijningen, was de cultus van Onze-Lieve-Vrouwe daar al eeuwen eerder. De beeltenis van Onze-Lieve-Vrouwe van Gietrzwałd, op het hoofdaltaar, dateert van minstens 1583, toen bisschop Marcin Kromer het in zijn diocesane kronieken als miraculeus omschreef. Onze-Lieve-Vrouwe is afgebeeld in een donkerblauw gewaad en houdt het Christuskind, gekleed in een lang rood gewaad, in haar linkerhand. Twee engelen houden een banier vast waarop staat: “Ave Maria Caeolorum, Ave Maria Angelorum”. De figuur werd voor het eerst gekroond in 1717.

Als gevolg van de verschijningen in 1877 gaven de Pruisische autoriteiten, die toch al negatief stonden tegenover het beeld, opdracht het naar een minder prominente plaats te verplaatsen of zelfs te verwijderen. Uiteindelijk werd het in die tijd op een zijaltaar geplaatst, maar tegenwoordig is het weer op zijn ereplaats teruggezet.

Op de laatste dag van de verschijningen van Onze Lieve Vrouwe in 1877 zou zij een plaatselijke bron hebben gezegend, waarvan het water wordt beschouwd als geneeskrachtig voor de zieken. Van de esdoorn waarin Onze-Lieve-Vrouwe verscheen, werd een kruis gemaakt. Het heiligdom in Gietrzwałd trekt tegenwoordig jaarlijks bijna een miljoen pelgrims. Het werd in 1970 door paus Paulus VI uitgeroepen tot een kleine basiliek. Live uitzendingen vanuit het heiligdom zijn hier te vinden.

In het volgende artikel gaan we naar het andere eind van Polen om een plek te bezoeken die voor Karol Wojtyła een bedevaartsoord uit zijn jongensjaren was: Kalwaria Zebrzydowska.

 

John M. Grondelski (Ph.D., Fordham)

John Grondelski:  John M. Grondelski (Ph.D., Fordham) is voormalig associate dean van de School of Theology, Seton Hall University, South Orange, New Jersey. Hij is vooral geïnteresseerd in moraaltheologie en het denken van Johannes Paulus II. Opmerking: Alle meningen die in zijn bijdragen in het National Catholic Register worden geuit, zijn uitsluitend die van de auteur.

Bron: 40 Years Before Fatima, Our Lady Appeared in Poland| National Catholic Register (ncregister.com)

Keywoorden: | Barbara Samulowska | H. Paus Johannes Paulus II | Heiligdom in Gietrzwałd | John M. Grondelski | Justyna Szafryńska | Maria Verschijning | NCRegister |  Polen |

 

Wilt u meer lezen over bijvoorbeeld ‘Polen’? Klik dan hier , of gebruik één van de andere ‘tags’ boven aan dit artikel

 

220519 | [XLS000] | 

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel