Belgische aartsbisschop: de fundamentele leer van de Kerk wordt momenteel bedreigd

HomeInternationaal Katholiek NieuwsBelgische aartsbisschop: de fundamentele leer van de Kerk wordt momenteel bedreigd

Belgische aartsbisschop: de fundamentele leer van de Kerk wordt momenteel bedreigd @NCRegister @Solena_Tad @MgrLeonard

Ter gelegenheid van het verschijnen van zijn autobiografische boek over de laatste 50 jaar van de kerkgeschiedenis, bespreekt de gepensioneerde aartsbisschop André-Joseph Léonard de grote uitdagingen van onze tijd.

Solène Tadié’Wereld; 9 februari 2023

Aartsbisschop André-Joseph Léonard, emeritus aartsbisschop van Brussel-Mechelen en voormalig primaat van België, heeft zojuist een boek gepubliceerd dat ongetwijfeld niet onopgemerkt zal blijven in de katholieke wereld.

 L’Eglise dans tous ses états: 50 ans de débats autour de la foi (“De Kerk in al haar ‘staten’: 50 jaar debatten rond het geloof”) wordt gepresenteerd als een autobiografisch verslag waarin de auteur een compromisloze analyse geeft van de gebeurtenissen die de afgelopen vijf decennia in de Kerk hebben plaatsgevonden – van de theologische en pastorale dwaalwegen die de periode na Vaticanum II kenmerkten tot de huidige debatten rond de Synode over Synodaliteit en de verschillende schandalen rond seksueel misbruik die in deze jaren zijn ontstaan. 

Aartsbisschop Léonard, geboren in 1940 en tot priester gewijd in 1964, werd in 1991 benoemd tot bisschop van Namen en vervolgens in 2010 tot aartsbisschop van het aartsbisdom Brussel-Mechelen. In 2015 ging hij met pensioen.

Zijn naar men zegt orthodoxe opvattingen over geloofszaken en zijn uitgesprokenheid hebben hem vaak de toorn van de Belgische pers opgeleverd. In 2013 richtten feministische activisten van de groep Femen hun pijlen op hem tijdens een conferentie omdat hij in een interview uit 2007 homoseksualiteit gelijkstelde aan een “blokkade in de normale psychologische ontwikkeling”. De beelden van de aartsbisschop in stil gebed terwijl hij door de topless Femen-demonstranten overvloedig wordt natgespoten, gingen viraal.

Deze eminente filosoof en theoloog, auteur van een dertigtal boeken, vertaald in verschillende talen, was van 1987 tot 1991 ook lid van de Internationale Theologische Commissie, wat hem talrijke ontmoetingen deed hebben met de toenmalige voorzitter ervan, kardinaal Joseph Ratzinger – de latere paus Benedictus XVI. Hem werd ook de taak toevertrouwd van het uitwerken van de encycliek Fides et Ratio (Geloof en Rede) van Johannes Paulus II uit 1998. (Red. voor de Nederlandse vertaling zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl)

In dit interview met het Register geeft hij zijn persoonlijke diagnose van de kwalen die de Kerk en de christelijke wereld tegenwoordig teisteren, blikt hij terug op enkele gebeurtenissen die zijn leven als geestelijke hebben gemarkeerd en bespreekt hij de nalatenschap van de pausen Johannes Paulus II en Benedictus XVI.

Uw boek volgt het spoor terug van de laatste 50 jaar van de geschiedenis van de Kerk, waarvan u uit de eerste hand getuige was. In het bijzonder besteedt u veel aandacht aan vormen van afglijden na Vaticanum II waarvan u getuige was, zonder deze direct aan het Concilie toe te schrijven. U geeft aan dat het probleem niet ligt in de teksten van het concilie, maar in wat u het “meta-concilie” van de jaren zeventig noemt. Wat bedoelt u daarmee?

Ik bedoel dat de teksten van het Concilie wat hun inhoud betreft objectief gezien onberispelijk zijn, maar dat er in de bedoelingen van bepaalde redacteuren of deskundigen bij tijd en wijle van een opzettelijke dubbelzinnigheid sprake kan zijn geweest die vervolgens een tendentieuze interpretatie mogelijk maakte. Mijn toenmalige bisschop (Red. Kardinaal Leo Jozef Suenens) – die er terecht voor heeft gestreden dat de [dogmatische] constitutie over de Kerk (Lumen Gentium) niet bij de hiërarchie zou beginnen, maar bij het mysterie, dat wil zeggen, bij de diepe werkelijkheid van de Kerk, en bij het volk van God als geheel – sprak enkele jaren later tegen mij uit, dat hij het betreurde dat deze benadering was geïnterpreteerd op een manier die niet in overeenstemming was met de zending van de Kerk, dat deze benadering was geïnterpreteerd alsof, naar het model van politieke democratieën, het leerstellig gezag van de bisschoppen van beneden kwam en niet van Christus, en vermoedde dat deze onjuiste interpretatie van de volgorde van de hoofdstukken een verborgen bedoeling was van bepaalde deskundigen. (Red. voor de Nederlandse vertaling  van de dogmatische constitutie zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl)

U hebt de puntjes op de i gezet bij een aantal leerstellige kwesties, zoals het vrouwelijk priesterschap, gehuwde priesters en de inzegening van homoseksuele paren. Denkt u dat de leer van de Kerk over deze onderwerpen momenteel echt bedreigd wordt?

Ja, die bedreiging bestaat! Ze is al aanwezig in een pastorale zorg die afwijkt van essentiële punten van het katholieke geloof, zoals het mannelijk priesterschap, dat de (mannelijke!) Echtgenoot van de Kerk vertegenwoordigt, Christus, de hoge waarde van het priesterlijk celibaat in het Westen, en de complementariteit van man en vrouw in het huwelijk. Helaas vrees ik dat veel van de verzoeken in de “Synode over Synodaliteit” – wat een ingewikkelde formulering! – zullen trachten deze vitale realiteiten te ondermijnen of te relativeren.

Als aartsbisschop van Mechelen-Brussel had u te maken met schandalen van seksueel misbruik in België. Toch hekelt u het huidige gebruik van de term “systemisch” om dit fenomeen binnen de Kerk te beschrijven (een term die in het recente Franse rapport Sauvé veelvuldig werd gebruikt). Waarom is deze term zo problematisch?

Zodra Benedictus XVI mij benoemde tot hoofd van het aartsbisdom Mechelen-Brussel [in 2010], moest ik de beschuldigingen aan het adres van de toenmalige bisschop van Brugge [Roger Vanheluwe] afhandelen door van Rome zijn onmiddellijke ontslag te verkrijgen. Tegenwoordig betreur ik deze haast, omdat aan dit gedwongen ontslag noch een burgerlijk, noch een kerkelijk proces vooraf ging. Er bleven vragen open.

Nadien hebben enkele confraters in het Belgische episcopaat, om de gevallen van misbruik uit het verleden aan te pakken, met de hulp van gekwalificeerde juristen een luisterend oor geregeld voor de slachtoffers en procedurele systemen om hen te helpen. Dit is op uitstekende wijze gedaan. En er zijn maatregelen vastgesteld en in praktijk gebracht om soortgelijke misstanden in de toekomst te voorkomen.

Dit gezegd hebbende, vind ik het ongepast om alle seksueel misbruik als “systemisch” te beschouwen, dat wil zeggen, wanneer het door geestelijken wordt gepleegd, alsof het verband zou houden met de aard of het functioneren van de wereld van geestelijken of gewijde personen; want in dat geval zouden alle priesters en broeders, die tijdens hun vorming door een bepaalde “mal” zijn gegaan, een zeer groot aantal misbruikers moeten hebben, terwijl het in werkelijkheid, en gelukkig, een zeer kleine minderheid blijft. Bovendien, aangezien het meeste seksuele geweld plaatsvindt binnen de kern van de familie (en gepleegd wordt door vaders, stiefvaders, grootvaders, ooms, broers, neven), zullen we dan ook hier zeggen dat het probleem “systemisch” is en dat het “de familie” is die de oorzaak is van al dit kwaad? Ik vrees dus, zonder het te kunnen bewijzen, dat de geheime – misschien onbewuste – bedoeling van het Sauvé rapport was het priestercelibaat en de toewijding aan het gewijde leven ter discussie te stellen. Wordt vervolgd …

U ontmoette de toenmalige kardinaal Ratzinger in de tweede helft van de jaren tachtig, toen u lid was van de Internationale Theologische Commissie, waarvan hij voorzitter was. Welke herinneringen aan hem zijn u het meest bijgebleven?

Ik herinner me vooral de hoffelijkheid en de immense culturele ontwikkeling en intelligentie van de man. Tijdens de zittingen van de commissie mengde hij zich niet veel in onze debatten. Maar ‘s avonds bood hij ons een synthese van de gedachten die gedurende de dag in verschillende richtingen waren geuit en stippelde hij precieze wegen uit voor het werk van de volgende dag. Net als zijn vriend Hans Urs von Balthasar beheerste hij de kunst van diepgang gecombineerd met beknoptheid. In zijn vrije tijd ontving hij ons desgewenst altijd voor een persoonlijke uitwisseling van zeldzame eenvoud. En wij hadden het gevoel een oude vriend te ontmoeten.

Wat is volgens u zijn belangrijkste bijdrage aan de hedendaagse Kerk geweest, zowel theologisch als pastoraal?

Eén zin uit Psalm 85 vat zijn bijdrage samen: “Liefde en waarheid zullen elkaar ontmoeten.” Zijn motto was: “Dienaar van de waarheid.” Wars van elke vorm van relativisme wijdde hij zijn theologisch werk toe aan de objectieve waarheid van de bijbelse openbaring en de apostolische traditie, zonder compromissen, maar met alle nodige nuances in de uitdrukking van die waarheid. En op het praktische vlak wist hij dat men de waarheid niet kan afdwingen; die zal alleen effectief worden ontvangen door een pedagogie te ontwikkelen die er geduldig naar toe leidt.

Illustratief voor zijn theologische finesse vind ik ook de manier waarop hij in zijn meesterwerk Jezus van Nazareth de eisen van de historisch-kritische methode wist te combineren met de “canonieke” exegese, die de Schrift op zichzelf interpreteert door de boeken van het Oude en Nieuwe Testament op elkaar te betrekken en ze te herlezen in het licht van de lange kerkelijke traditie.

Uw relatie met Johannes Paulus II heeft ook een bijzondere invloed gehad op uw persoonlijke reis. Hij besloot u een deel van de uitwerking van de belangrijke encycliek Fides et Ratio toe te vertrouwen en koos u ook uit om de vastenretraite in het Vaticaan te preken in 1998. Hoewel de geestelijke continuïteit tussen hem en zijn opvolger Benedictus XVI vaak wordt genoemd, wat is volgens u de essentie van elk van beide pontificaten?

Mij werd feitelijk gevraagd een volledige tekst te schrijven over de relatie tussen geloof en rede, die na mijn benoeming tot bisschop in Namen door deskundigen werd gemixt, verrijkt, aangevuld en ingekort, wat heel normaal is. Johannes Paulus II en Benedictus XVI hadden verschillende temperamenten. Hoewel hij een zeer diep spiritueel en innerlijk leven leidde, had Johannes Paulus II een groot talent voor het toespreken van menigten. Benedictus XVI was even diepgaand en spiritueel, maar blonk uit in intiemere ontmoetingen, had moeite om het enthousiasme van een menigte op te wekken. Wat zij echter gemeen hadden, naast een onwankelbaar geloof, was een uitzonderlijke cultureel ontwikkelingsniveau, voornamelijk filosofisch in het geval van Johannes Paulus II en voornamelijk theologisch in het geval van Benedictus XVI, hoewel beiden uitmuntend waren in beide denkrichtingen.

In uw boek verhaalt u dat tijdens een privé-ontmoeting met Johannes Paulus II u hem wees op zijn toenemende nadruk in zijn preken op het naderen van de Parousia – het einde der tijden en de nieuwe komst van Jezus in heerlijkheid – en dat hij uw gevoel bevestigde. Toch hebben de wereld en de Kerk in de loop van de geschiedenis soortgelijke of zelfs tragischere perioden van chaos gekend dan vandaag. Hoe verklaart u een dergelijke vasthoudendheid aan de kant van Johannes Paulus II?

Uw vraag is zeer terecht. Bij verschillende gelegenheden in de geschiedenis van de Kerk hebben we geloofd dat het einde van deze wereld was aangebroken. In feite bevinden we ons sinds de verrijzenis en hemelvaart van Jezus per definitie in het einde der tijden. Maar wat specifiek is voor onze tijd is de globalisering van de mensheid, die een Parousia met een noodzakelijkerwijs universele dimensie mogelijk maakt. Want de terugkeer van Jezus in heerlijkheid kan niet één enkel continent betreffen; die zal betrekking hebben op de gehele menselijke geschiedenis en de gehele geografie van de aarde. Bovendien valt het mij op dat de vele recente Mariaverschijningen, erkend of nog te erkennen, bijna allemaal een eschatologisch tintje hebben. Misschien was Johannes Paulus II daar ook gevoelig voor. Maar het zou voor mij ongepast zijn geweest om hem te vragen aan te geven waar hij persoonlijk deze hoop en deze overtuiging vandaan haalde.

U doet ook de pijnlijke vaststelling dat “zelfs de christelijke kerken in het Westen vaak hun ziel hebben verloren.” “Zout is flauw geworden, en we zien niet meer hoe we de smaak ervan kunnen herstellen,” zei u. Waarom denkt u dat?

Omdat de hele hedendaagse cultuur – of het gebrek daaraan – doordrenkt is met dit relativisme, dat terecht door Benedictus XVI aan de kaak is gesteld, is het onvermijdelijk dat de levendige vlam van het christelijk leven aan kracht verliest.

Kerstmis, het wonder van de Menswording, wordt opgelost in besneeuwde landschappen, dennenbomen, een belachelijke kerstman, kalkoen of foie gras. De verjaardag van de geboorte van Jezus wordt gevierd, maar de gemeentehuizen wordt gevraagd nooit de naam te noemen van degene wiens “geboorte”dag wordt gevierd. Het is alsof je een leuk feestje geeft voor de verjaardag van een vriend en nooit zijn naam noemt. Dat is waar we zijn aangeland. … Pasen, de belangrijkste gebeurtenis in de menselijke geschiedenis, is gereduceerd tot chocolade eieren. De pandemie wordt gebruikt als voorwendsel om de Heilige Mis te reduceren tot een tv-show, waarbij reizen niet nodig is en de communie met het lichaam van Christus bijkomstig. Bijna alle katholieke instellingen definiëren zichzelf met zogenaamde “christelijke of evangelische waarden”, maar zonder ooit de naam van Christus te noemen. Al onze samenlevingen moeten opnieuw geëvangeliseerd worden.

Gelukkig zijn er centra van christelijk leven, bewegingen vervuld van een evangelische vurigheid, klaar om de schoonheid van Christus te verkondigen in goede en slechte tijden, zonder zich te laten ontmoedigen door degenen (inclusief bisschoppen) die onvermoeibaar preken: “Vooral niet proselitiseren (vert.: bekeren) !” Zij brengen Paulus in diskrediet, hij die de grootste proseliet was in de geschiedenis van de Kerk, hij die sprak en handelde om het grootste aantal mensen “dichter bij” Christus te laten komen. Dit is wat het Griekse woord proselyte betekent: “degene die komt naar”.

U keek terug op uw vele pastorale bezoeken over de hele wereld als bisschop, met name in de Verenigde Staten. Wat zijn volgens u de meest opvallende realiteiten ter plaatse in dit land?

Ik bewonder het feit dat veel christenen in de Verenigde Staten weerstand bieden tegen de bagatellisering van abortus en dit engagement koppelen aan een actieve zorg om vrouwen te helpen voor wie een zwangerschap veel moeilijkheden met zich meebrengt. We hebben beide nodig: abortus aan de kaak stellen en zwangere vrouwen in moeilijkheden steunen.

Meer in het algemeen, tijdens mijn enige bezoek aan de Verenigde Staten, enkele weken voor de tragedie van de Twin Towers, bewonderde ik de vitaliteit van de katholieke parochies die ik bezocht.

Solène Tadié

 

Solène Tadié – NCRegister   

Solène Tadié is de Europa-correspondent voor het National Catholic Register. Ze is Frans-Zwitsers en groeide op in Parijs. Na haar afstuderen aan de universiteit van Roma III met een graad in journalistiek, begon ze met verslaggeving over Rome en het Vaticaan voor Aleteia. In 2015 ging ze deel uitmaken van L’Osservatore Romano, waar ze achtereenvolgens werkte voor de Franse sectie en de culturele pagina’s van het Italiaanse dagblad. Ze heeft ook samengewerkt met verschillende Franstalige katholieke media-organisaties. Solène heeft een bachelordiploma filosofie van de Pauselijke Universiteit van Sint Thomas van Aquino, en vertaalde onlangs in het Frans (voor Editions Salvator) Defending the Free Market: The Moral Case for a Free Economy van father Robert Sirico van het Acton Institute. Solène is op twitter te volgen onder @Solena_Tad

 

Bron: Belgian Archbishop: The Fundamental Teachings of the Church Are Currently Under Threat| National Catholic Register (ncregister.com)


Keywoorden: | Aartsbisdom Brussel-Mechelen | Aartsbisschop André-Joseph Léonard | Abortus | Apostolische traditie | Bijbelse openbaring | Encycliek Fides et Ratio | Geloofscrisis | Geloofsleer | H.Paus Johannes Paulus II | Homoseksualiteit | Internationale Theologische Commissie | Kardinaal Leo Jozef Suenens | Kerkgeschiedenis | Misbruikcrisis in de kerk | Seksueel misbruik | Parousia – het einde der tijden | Paus Benedictus XVI | Psalm 85 | Psychologische ontwikkeling | Relativisme | RKDocumenten.nl | Solène Tadié | Synode over Synodaliteit | Tekenen des tijds | Vaticanum II | Verdeeldheid | 


Wilt u meer lezen over de ‘Apostolische traditie’? Klik dan hier.

Wilt u meer lezen over het ‘Tekenen des tijds’ ? Klik dan hier.

Wilt u meer vertaalde artikelen lezen zoals bijvoorbeeld van de katholieke journaliste  ‘Solène Tadié‘? Klik dan hier…

of gebruik één van de andere ‘tags’ boven aan dit artikel of gebruik de zoekfunctie van de website (het vergrootglas rechtsboven aan de pagina) 


230209 | [XLS000] 

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel