Vooruitdenken en voorbereiden: een blik op de ‘ars moriendi’, de kunst van het sterven. @NCRegister @FrRogerLandry

HomeFather Roger LandryVooruitdenken en voorbereiden: een blik op de 'ars moriendi', de kunst van...

BOEKBESPREKING: De devotietraditie van de Kerk heeft ons aangemoedigd elke dag te leven alsof het onze laatste dag is, zodat we er klaar voor zijn als onze laatste dag komt. Dat is waar Roger Nutt‘s ‘To Die Is Gain’ (vert.: ‘Sterven is winst’) om de hoek komt kijken.

Father Roger LandryBoeken; 13 november 2022

Gedurende de hele maand november denkt de Kerk na over de laatste dingen, en op Allerzielen bidt de Kerk niet alleen voor de gelovige overledenen, maar richt zij zich ook op de realiteit van de dood als onderdeel van ieders leven.

Sterven is onze laatste morele daad. Of het nu plaatsvindt aan het einde van een lang leven of een langdurige ziekte, of dat het plotseling gebeurt, zelfs in de lente van het leven, het is bedoeld als een geloofsvol toevertrouwen en zichzelf opdragen aan de God die ons het leven gaf en van wie we hopen dat hij ons genadig het volle leven zal schenken.

De devotietraditie van de Kerk heeft ons aangemoedigd elke dag te leven alsof het onze laatste is, zodat we op onze laatste dag klaar zullen zijn. Dat is de ars moriendi genoemd, de kunst om goed te sterven. Thomas à Kempis schreef in de spirituele klassieker Imitation of Christ (vert. De navolging van Christus):

“Gelukkig is de mens die het uur van zijn dood altijd voor ogen heeft en zich dagelijks voorbereidt op het sterven. … Als het ochtend is, bedenk dan dat je de avond niet zult zien, en waag het niet om je tijdens de avond te beroemen op de morgen. Wees altijd voorbereid en leef zo dat de dood je nooit onvoorbereid zal vinden.”

 

 

 

 

 

Wanneer Christus ons komt halen, wil hij dat wij hem met verlangen omhelzen in plaats van hem aan te treffen als een “dief in de nacht” (Matteüs 24,43). Zoals kardinaal Justin Rigali in 2011 schreef, geeft het elke dag repeteren van onze dood ons de gelegenheid om dagelijks met Christus te zeggen: “Niemand neemt mijn leven van mij weg, ik leg het vrijwillig af” (Johannes 10,18), en “Vader, in uw handen beveel ik mijn geest” (Lucas 23,46). Als we dat doen, zal onze dood, wanneer die komt, de nadrukkelijke herhaling worden van de manier waarop we geleefd hebben.

Een goede voorbereiding op een heilige dood vereist een juiste vorming over het sacrament van de ziekenzalving, waarvan het eerste doel is ons te helpen ons lijden en sterven te verenigen met Christus’ passie, dood en verrijzenis.

Het sacrament van de ziekenzalving is het meest onbegrepen, ondergewaardeerd en verwaarloosd van de zeven sacramenten. Terwijl er over het algemeen een uitgebreide voorbereiding is op het doopsel van volwassenen en kinderen, de eerste biecht en de eerste heilige communie, het vormsel, het huwelijk en de heilige orden, ontvangen de meesten nauwelijks voorbereiding op het sacrament van de ziekenzalving. Bijgevolg weten zelfs vele praktiserende katholieken er weinig over, en het weinige dat zij weten is vaak uit de tweede hand en onjuist. Heel weinig katholieken zijn daarom voorbereid om het te ontvangen.

Daarom is het nieuwe boek van Roger W. Nutt, To Die Is Gain: A Theological (Re-) Introduction to the Sacrament of Anointing of the Sick for Clergy, Laity, Caregivers and Everyone Else (vert.: Sterven is winst: een theologische (her-)introductie in het sacrament van de ziekenzalving voor de geestelijkheid, leken, zorgverleners en ieder ander), eerder dit jaar gepubliceerd door Emmaus Academic, een zeer actuele en nuttige bron.

Nutt, rector en theologieprofessor aan de Ave Maria University, biedt ons een gemakkelijk te lezen, heldere en theologisch nauwkeurige inleiding over het sacrament van de ziekenzalving, die het niet alleen binnen de kerkgeschiedenis plaatst, maar ook binnen hedendaagse vragen, praktijken en misverstanden. Hij helpt ons het cruciale belang te zien van het sacrament als onderdeel van het leven en als christelijk antwoord op de moderne fobie voor lijden en dood.

“De westerse cultuur,” schrijft Nutt, “bevindt zich momenteel in een crisis over de betekenis van leven, lijden en dood. We leven in een tijd waarin de leerstellige boodschap van het sacrament van de zieken en de genaden die het verleent nodig zijn – meer dan ooit. Wij leven in een tijd waarin het verlies van het besef van de betekenis van dit sacrament rampzalig is. “De ziekenzalving is een verkondiging en toepassing op stervenden van Christus’ overwinning op de dood. … Dit sacrament zou voorop moeten staan in het denken over de boodschap van het evangelie voor hen die de dood tegemoet gaan, en het zou iets moeten zijn dat we voor onszelf en onze naasten wensen als we de sterfelijkheid overwegen en geconfronteerd worden met de dood.”

Hij geeft een aantal belangrijke verduidelijkingen over de leer van de Kerk over het sacrament.

De eerste betreft de juiste ontvanger. Verwijzend naar het Tweede Vaticaans Concilie, het Wetboek van Canoniek Recht, de Catechismus van de Katholieke Kerk en moderne pausen, herhaalt Nutt dat het sacrament bedoeld is om te worden toegediend aan “hen die in levensgevaar verkeren door ziekte of ouderdom”.

Dit betekent dat het sacrament niet hoeft te worden uitgesteld tot de persoon op het punt staat de laatste adem uit te blazen, omdat het eerste effect ervan is de persoon in het lijden aan God toe te wijden, zodat de persoon zijn of haar zwakheid, pijnen en uiteindelijke dood doeltreffender aan God kan aanbieden in vereniging met de verlossing van Christus.

Maar het betekent ook dat het niet bedoeld is voor mensen die niet in levensgevaar verkeren door ziekte of ouderdom.

Het is niet bedoeld, schrijft Nutt, voor mensen “die ziek of gewond zijn maar geenszins in levensgevaar verkeren, zoals mensen die hun amandelen laten verwijderen, of een arthroscopische operatie ondergaan, of zich gewoon niet lekker voelen, of iedereen boven een bepaalde leeftijd. Niet iedereen in een ziekenhuis of verpleeghuis heeft zalving nodig, omdat niet iedereen in levensgevaar verkeert. Zeker niet iedereen in een parochie bij een ‘genezingsmis’ verkeert in levensgevaar.”

Het is ook niet bedoeld voor mensen die “verkouden of grieperig zijn”, die zich “emotioneel niet lekker voelen”, of die een “externe bedreiging voor het leven zoals oorlog, natuurrampen, neerstortende vliegtuigen, zinkende schepen, of zelfs de doodstraf” meemaken.

Het is uitsluitend bedoeld om te worden gegeven aan hen die in levensgevaar verkeren als gevolg van een interne levensbedreigende ziekte of ouderdom. Het is juist om te worden gegeven aan hen die een openhartoperatie ondergaan, maar niet voor een arthroscopische operatie of een wortelkanaalbehandeling.

Een andere belangrijke verduidelijking van Nutt is dat, hoewel wonderen van lichamelijke genezing soms in verband zijn gebracht met het ontvangen van het sacrament, het doel van het sacrament is een remedie te zijn tegen de “voornaamste ziekte waaraan ieder mens lijdt”, namelijk “de zonde en haar gevolgen”, als het “geestelijk tegengif tegen de lichamelijke overblijfselen van de zonde die in ieder mens achterblijven”.

Christus heeft het sacrament niet ingesteld “om degenen die de dood tegemoet gaan te beroven van de noodzaak om te sterven”, schrijft hij, maar opdat “zij in verbondenheid met Hem kunnen sterven zonder in hun verzwakte toestand overwonnen te worden door de lichamelijke kwetsbaarheden en verleidingen waarvoor de zonde ons vatbaar kan maken.”

Nutt spreekt de zorg uit dat “als de primaire verwachting van de zieken en hun naasten is dat zij de dood kunnen vermijden door het verkrijgen van een wonderbaarlijke genezing, ze dan gefixeerd zijn op een valse hoop die niet strookt met de boodschap van het Evangelie. … Als een wonderbaarlijke genezing niet plaatsvindt, is dat niet omdat het sacrament kracht of werkzaamheid mist, maar omdat het ‘grotere’ wonder de genezing is van de gevolgen van de zonde, zodat we in vereniging met Christus kunnen sterven en de eeuwige heerlijkheid kunnen binnengaan.”

“Deze waarheid zou een troost moeten zijn, geen teleurstelling,” stelt hij, want “het christelijk geloof biedt de zieken en stervenden veel meer dan louter optimisme dat God een wonder zou kunnen geven.”

Immers, het doel van het sacrament, zoals aangegeven door de woorden van de heilige Jacobus die de priester tijdens de zalving herhaalt, is dat “het gebed van het geloof de zieke zal redden, en de Heer zal hem opwekken.”

Het sacrament van de ziekenzalving is dus bedoeld als een “teken van definitieve bekering tot de Heer”, “van volledige aanvaarding van het lijden en de dood als boetedoening voor de zonden” en van de hoop op de “hoogste verzoening met de Vader”.

Het is de vrucht van de juiste voorbereiding van een christen op de dood, de hoogste uitdrukking van de ars moriendi, en een belangrijk deel van een goed geleefd christelijk leven.

Nutts boek is belangrijke lectuur voor iedere katholiek in deze maand november.


Father Roger Landry, priester van het bisdom Fall River, Massachusetts, is door de Amerikaanse bisschoppen benoemd tot “National Eucharistic Preacher”.

Bron: Thinking Ahead and Preparing: Looking to ‘Ars Moriendi,’ the Art of Dying Well| National Catholic Register (ncregister.com)

 


Keywoorden:   Allerzielen | Ars Moriendi | De dood | De kunst van het sterven | Father Roger Landry | H.Jacobus | Het leven geven | Het volle leven schenken | Johannes 10 | Lijden | Lucas 23 | Matteüs 24 | Morele daad | NCRegister | Redden | Roger Nutt | Sacrament van de ziekenzalving | Sterven | Thomas à Kempis | Verzoening | 


Als u meer wilt lezen of horen over/van bijvoorbeeld ‘Sterven’ ? Klik dan hier, of gebruik een van de tags boven/onder aan dit artikel. 

Als u meer wilt lezen of horen over/van bijvoorbeeld ‘Sacrament van de ziekenzalving’ ? Klik dan hier, of gebruik een van de tags boven/onder aan dit artikel. 


221117 | [XLS000]

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel