Volgens analisten is de voortdurende druk om deze formulering uit de Catechismus van de Katholieke Kerk te verwijderen, geworteld in een bredere campagne om homoseksuele handelingen te legitimeren.
ANALYSE VAN HET NIEUWS:
Nieuws | April
VATICAANSTAD – Er wordt nog steeds druk uitgeoefend op kerkleiders om de formulering van de katholieke leer te verwijderen die stelt dat homoseksuele handelingen “intrinsiek ongeordend” zijn en “onder geen enkele omstandigheid kunnen worden goedgekeurd” – druk, die volgens critici deel uitmaakt van een poging van sommige groepen en individuen om zondig gedrag binnen de Kerk te normaliseren.
Duitse Synodale weg
De Duitse bisschoppen, die zich halverwege hun twee jaar durende Synodale Weg bevinden, die ook een herbeoordeling van de leer van de Kerk over de seksuele moraal behelst, zijn de meest recente en zichtbare groep die druk uitoefent om de leer te veranderen, met speciale nadruk op het veranderen van de taal die in de Catechismus van de Katholieke Kerk wordt gehanteerd.
Bisschop Georg Bätzing, de voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie, zei in een interview in december, dat er veranderingen nodig zijn in de catechismus met betrekking tot homoseksualiteit, en specifiek dat de catechismus openheid zou moeten tonen voor de inzegening van homoseksuele verbintenissen – een mogelijkheid die vorige maand door de Congregatie voor de Geloofsleer werd verworpen.
Pater Christoph Behrens, een priester van het Duitse bisdom Dresden, zei, dat hij de taal van de Catechismus “vanuit mijn pastoraal en theologisch oogpunt eenvoudigweg beschamend” vond. De priester, wiens bisschop, Heinrich Timmerevers, hem vroeg om een speciaal pastoraat voor homoseksuelen in zijn bisdom op te zetten en die in september vorig jaar pleitte voor de inzegening van verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht, voegde eraan toe: “Men kan alleen maar hopen dat niet te veel mensen deze onzin lezen.”
De Amerikaanse kardinaal Joseph Tobin
Verdere oproepen om de taal van de Catechismus te veranderen zijn ook gekomen van enkele Amerikaanse kerkelijke leiders, waaronder kardinaal Joseph Tobin. De aartsbisschop van Newark, New Jersey zei in 2019, dat de taal “erg ongelukkig gekozen” was en voegde eraan toe, dat hij hoopte dat de Kerk andere woorden zou gaan gebruiken voor haar bespreking van homoseksualiteit, die “een beetje minder kwetsend” zouden zijn.
De Catechismus
Al vele jaren spitst de discussie zich toe op paragraaf 2357 van de Catechismus, waarin staat: “Steunend op de Heilige Schrift, die homoseksuele handelingen voorstelt als daden van ernstige ontaarding, heeft de overlevering steeds verklaard dat ‘homoseksuele handelingen intrinsiek ongeordend zijn.’ Zij zijn in strijd met de natuurwet. Zij sluiten de seksuele daad af voor de gave van het leven. Zij komen niet voort uit een ware affectieve en seksuele complementariteit. Onder geen enkele omstandigheid kunnen zij worden goedgekeurd”.
De passage beschrijft homoseksuele handelingen, en niet de personen zelf, als “intrinsiek ongeordend”, maar stelt verder in Paragraaf 2358 dat homoseksuele neigingen “objectief ongeordend” zijn, evenals andere seksuele zonden (de term “objectief ongeordend” komt op mysterieuze wijze niet voor in Paragraaf 2358 van de Catechismus die op de website van het Vaticaan is gepubliceerd en men moet klikken op “verberg de links naar de concordantie” om het te zien).
Dubbelzinnigheid in taalgebruik
De motieven voor het schrappen van het taalgebruik lopen uiteen: sommigen, vooral in Duitsland, willen een verandering in de leer van de Kerk. Daartoe behoren zowel voorstanders van het Synodale Pad, als ook enkele Duitse geestelijke functionarissen, zoals bisschop Peter Kohlgraf van Mainz, Duitsland. Hij suggereerde in februari, dat niet van alle katholieken met homoseksuele neigingen kan worden verwacht dat zij in seksuele onthouding leven en dat de Kerk een pastorale benadering moet kiezen die dit erkent.
Anderen zijn dubbelzinniger, zoals kardinaal Christoph Schönborn, secretaris van de commissie die in de jaren negentig de Catechismus opstelde, die heeft gezegd dat hij homoseksualiteit vergelijkbaar acht met andere seksuele zonden, zoals echtscheiding en hertrouwen, en dus impliciet geen “intrinsieke ongeordenheid” is. Tijdens de Synode over het Gezin, van 2014, zei hij geen reden te zien om de taal op dat moment te veranderen, maar tekende aan “dat er ontwikkelingen zijn” in de katholieke leer.
Op vergelijkbare wijze heeft de jezuïet pater James Martin de Kerk opgeroepen om de taal waarmee zij homoseksualiteit bespreekt aan te passen, maar hij heeft zich ervan weerhouden openlijk op te roepen tot een verandering van de kerkelijke leer m.b.t. deze kwestie. In een discussie in 2017 zei hij, dat de zinsneden “objectief ongeordend” en “intrinsiek ongeordend” homoseksuele mensen zich “zo bijna niet menselijk” hadden laten voelen, en hij vertelde het verhaal van een moeder van een homoseksuele zoon die hem eens vroeg: “Begrijpen ze wat dat soort taal kan doen met een 13-jarige jongen? Het kan hem vernietigen.” Als alternatief heeft pater Martin de uitdrukking “anders geordend” voorgesteld, omdat hij van mening is dat dit het concept “pastoraler” zou kunnen uitdrukken.
Synode over het gezin (2015)
Anderen menen, dat het mogelijk is om de taal te veranderen en toch volledig trouw te blijven aan de leer van de Kerk over deze kwestie. Op de Synode over het Gezin van 2015 zei aartsbisschop Charles Chaput, toen de metropoliet van Philadelphia, dat hij begrip had voor het verlangen om nieuwe, positievere taal te vinden om met de kwestie om te gaan, eraan toevoegend dat de uitdrukking “intrinsiek ongeordend” misschien zijn nut heeft verloren. “Die taal schrikt mensen automatisch af en is waarschijnlijk niet meer bruikbaar”, zei hij, terwijl hij eraan toevoegde dat een vervanging niet het standpunt van de kerk mag vertroebelen dat “seksueel aangetrokken worden tot mensen van hetzelfde geslacht geen deel uitmaakt van Gods plan”.
Nog weer anderen hebben ook betoogd dat de taal van de “intrinsieke ongeordenheid” problematisch is, omdat volgens hen weinig mensen, met uitzondering van theologen die zijn opgeleid in de scholastieke traditie, de betekenis ervan correct begrijpen.
Kardinaal Willem Eijk over wederzijdse gave in het huwelijk
Maar kardinaal Willem Eijk, aartsbisschop van Utrecht in Nederland, vertelde het Register op 13 april, dat hoewel “men misschien zou kunnen proberen een formulering te vinden die beter begrepen wordt door de mensen van nu”, hij persoonlijk “geen noodzaak zag om de huidige formulering in de Catechismus van de Katholieke Kerk te wijzigen met betrekking tot de moraliteit van homoseksuele handelingen”.
“Men ontkomt er niet aan duidelijk te maken, dat seksuele handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht intrinsiek verkeerd zijn, net als alle seksuele handelingen die niet binnen een huwelijk plaatsvinden en niet openstaan voor de gave van moederschap en vaderschap,” verklaarde kardinaal Eijk, voormalig arts en huidig lid van de Pauselijke Academie voor het Leven.
Dergelijke handelingen, vervolgde hij, wijken af van de “totale wederzijdse gave in het huwelijk” en gaan in tegen de natuur, dat wil zeggen “tegen de door God geschapen ordening,” en zijn “in wezen intrinsiek foute handelingen”. Bovendien voegde hij eraan toe, dat de leer van de Kerk ook voortkomt uit de Heilige Schrift; dat deze “onveranderlijk” is omdat zij is onderwezen door “de hele Traditie van de Kerk en herhaaldelijk door het leergezag”.
“Het is geen daad van naastenliefde om de waarheid over de door God geschapen orde, en aldus over de morele natuurwet, achter te houden, omdat dit mensen kan hinderen in het volgen van Christus,” benadrukte kardinaal Eijk.
Liefde en verantwoordelijkheid (1960)
De Franse filosoof Thibaud Collin zei dat hij het “belangrijk vindt om vast te houden” aan de huidige formulering in de catechismus, aangezien “seksuele relaties tussen twee mensen van hetzelfde geslacht niet het leven kunnen doorgeven”. Hij benadrukte ook, dat homoseksuele liefde “intrinsiek in strijd is met de deugd van kuisheid,” zoals Karol Wojtyla uitlegde in zijn boek ‘Liefde en Verantwoordelijkheid’ uit 1960.
“Het is een hartstocht die in feite de ander instrumentaliseert als een voorwerp van genot door zich alleen te richten op hun seksuele waarde,” legde Collin, die morele en politieke filosofie doceert aan het Collège Stanislas de Paris, uit.
“De waarheid kan niet veranderd worden,” zei Douglas Farrow, professor in de theologie en ethiek aan de McGill Universiteit in Montreal, Canada, en hij voegde eraan toe, dat als de Catechismus op dit gebied veranderd zou worden, het alleen maar zou zijn om “de waarheid nauwkeuriger uit te leggen”. “Omgekeerd,” zei hij, “is het geen daad van naastenliefde te zeggen dat wat is, niet is; of dat wat niet is, wel is. Dat is eerder liegen.”
“De enige vraag hier is of dit feit – dat homoseksuele handelingen, net als alle conceptie voorkomende handelingen, ongeordend zijn – discreet verborgen moet worden gehouden voor de gelovigen,” zei Farrow. “En wat zou het nut daarvan zijn, tenzij om ruimte te scheppen voor diegenen die dergelijke handelingen willen rechtvaardigen, om te beweren dat ze toch niet immoreel zijn, en dat het op de een of andere manier immoreel is om te zeggen, dat ze immoreel zijn?”
“De formulering is eenvoudig, feitelijk, niet kleinerend of louter retorisch,” zei hij. “Er zou geen druk zijn om deze formulering te veranderen, ware het niet dat men probeert de katholieke morele leer te veranderen.
Genderideologie en “alles moet kunnen”
De Duitse katholieke schrijfster en sociologe Gabriele Kuby, die heeft geschreven over de gevaren van de genderideologie en de wereldwijde seksuele revolutie, wierp tegen, dat degenen die de leer van de Kerk willen aanpassen aan de “alles-moet-kunnen norm van de heidense wereld”, hun intellect gebruiken om “slimme argumenten te bedenken” om te impliceren, dat er geen “intrinsiek kwaad” is – met andere woorden, “geen absolute criteria voor goed en kwaad.” Maar als dat waar was, “zou er geen enkele martelaar zijn,” zei ze.
Zowel Kuby als Collin vestigden de aandacht op de enorme en niet aflatende druk op de Kerk, zowel in de samenleving als binnen de Kerk, om haar leer te veranderen, omdat zij de enige instelling is die goed gefundeerd, en rationeel beargumenteerd, verzet biedt tegen de wereldwijde seksuele revolutie – het “laatste bolwerk”, zei Kuby, dat in het Westen “afbrokkelt”. Bisschoppen en lekenorganisaties in Duitsland lopen voorop om de Kerk “verenigbaar te maken met het seculiere heidendom”, zei Kuby, en noemde hun Synodale Pad “duidelijk ketters en in openlijke oppositie tegen sturing vanuit Rome”.
Humanae Vitae (1968)
Collin zei, dat in de Kerk de verwerping van Humanae Vitae, de encycliek van paus Paulus VI uit 1968 waarin de afwijzing door de Kerk van kunstmatige voortplantingstechnieken opnieuw werd bevestigd, ten grondslag ligt aan de legitimering van homoseksualiteit bij veel predikanten en gelovigen. “Vanaf het moment dat voortplanting en liefde van elkaar worden losgekoppeld, is er geen argument meer tegen het legitimeren van homoseksualiteit”, legde hij uit.
Collin gaf ook als reden voor de groeiende acceptatie van homoseksualiteit in de Kerk een “gebrek aan leerstellige vorming en/of lafheid” bij veel geestelijken en gelovigen die “de morele wet niet meer begrijpen en respecteren,” alsmede een “zeer krachtige homoseksuele lobby in de Kerk.” Zelfs degenen die geen deel uitmaken van die lobby zijn “vaak niet voorbereid op de eisen ervan, omdat zij de anticonceptie-mentaliteit aanvaarden”, zei hij.
Veritatis Splendor (1993)
De recente verwerping van Johannes Paulus II’s encycliek Veritatis Splendor uit 1993 over de morele leer van de Kerk is een verdere bevestiging hiervan, aldus Collin, evenals de recente benoeming van Mgr. Philippe Bordeyne tot president van het Johannes Paulus II Pauselijk Theologisch Instituut voor Huwelijks- en Gezinswetenschappen. Mgr. Bordeyne heeft standpunten verkondigd die afwijken van de leer van Humanae Vitae over anticonceptie.
Waarheid en mededogen
Kuby en kardinaal Eijk benadrukten beiden het belang van het in eenheid verbinden van waarheid en mededogen, waarbij kardinaal Eijk uitlegde, dat naast de roeping voor de Kerk om “de waarheid te verkondigen” door Christus en zo licht te werpen op datgene wat intrinsiek kwaad is, de Kerk ook “personen als zodanig respecteert die tekortschieten in het volgen van haar leer en bereid is hen alle pastorale zorg te bieden die zij nodig hebben”.
“De Kerk heeft de taak om enerzijds de leer te verkondigen en anderzijds pastoraal dicht bij de mensen te staan”, aldus de kardinaal, die in 1999, toen hij bisschop werd, te maken kreeg met protesten omdat hij vasthield aan de leer van de Kerk over homoseksualiteit (“De katholieke kerk heeft een ethische visie die in de huidige cultuur niet altijd wordt begrepen”, zei hij destijds).
Diamant
Er niet in slagen de waarheid te verkondigen, zal de Kerk alleen maar irrelevant maken, zei Kuby, die Matt 5:13 aanhaalde en Christus’ waarschuwing dat het zout zijn smaak verliest en dan “nergens meer goed voor is, behalve om weggegooid en vertrapt te worden”.
“Helaas lijken veel van onze kerkleiders de boodschap niet te begrijpen van de honderdduizenden die de kerk elk jaar de rug toekeren,” zei Kuby.
“Ja,” voegde ze eraan toe, “de taal moet helder zijn als een diamant.”
Kardinaal Schönborn en drie kerkelijke figuren die openlijk dicht bij de homoseksuele gemeenschap staan en sympathiek staan tegenover het veranderen van de betreffende woorden van de Catechismus werden benaderd voor dit artikel, maar zij reageerden niet of weigerden commentaar te geven.
Over Edward Pentin:
Meer lezen van de uitstekende journalist Edward Pentin? Llik hier, of gebruik één van de andere ‘tags’ boven aan deze post.