Prof.John Finnis over onfeilbare leer anticonceptie tegen Pauselijke Academie

HomeEdward PentinProf.John Finnis over onfeilbare leer anticonceptie tegen Pauselijke Academie

John Finnis tot Pauselijke Academie voor het Leven: de onfeilbare leer van de kerk tegen anticonceptie is ‘zeker waar’ @NCRegister @EdwardPentin

De gerenommeerde professor in natuurrecht sprak vorige maand op een conferentie in Rome, bijeengeroepen naar aanleiding van een recente publicatie van de Pauselijke Academie voor het Leven waarin deze leer in twijfel werd getrokken.


Edward PentinVaticaan; 26 januari 2023

VATICAANSTAD – Een van ‘s werelds belangrijkste professoren in natuurrecht heeft een krachtige verdediging gegeven van de onfeilbaarheid van de leer van de Kerk over anticonceptie, door te zeggen dat deze door alle katholieken altijd als “zeker waar” moet worden beschouwd, ook al is “de bisschoppelijke eenheid die dat oordeel als onomkeerbaar garandeerde, vervolgens in scherven uiteengevallen.”

John Finnis, emeritus hoogleraar recht en rechtsfilosofie aan de Universiteit van Oxford, legde vorige maand in Rome aan een conferentie van internationale katholieke theologen en juristen uit dat de leer van de Kerk over anticonceptie voldoet aan de vier voorwaarden voor onfeilbaarheid van een leer, ook al is deze niet formeel vastgelegd. Maar na 1968 ontstond een “nieuw paradigma”, gedreven door een vermeende “consensus van de meerderheid van de moraaltheologen”, om het afwijken van die leer te rechtvaardigen.

Dit leidde tot een verlies aan eenheid in het oordeel van de bisschoppen over de onfeilbaarheid van de leer – een feit dat volgens Finnis “een probleem is voor hen en voor de bisdommen die zij besturen”, maar “niet voor de waarheid van een leer” die hun voorgangers eensgezind als onfeilbaar hadden onderwezen.

Finnis, een katholiek geleerde die ooit les gaf aan Neil Gorsuch, rechter van het Hooggerechtshof , sprak op een conferentie in Rome van 8-10 december onder de noemer “Een antwoord op de publicatie van de Pauselijke Academie voor het Leven: Theologische ethiek van het leven: Schrift, Traditie, Praktische Uitdagingen“, gezamenlijk georganiseerd door Ave Maria University en het Ethics and Public Policy Center.

In de vorig jaar gepubliceerde tekst van de Pauselijke Academie voor het Leven wordt gesuggereerd dat katholieken onder bepaalde omstandigheden anticonceptiemiddelen mogen gebruiken. De voorzitter van de academie, aartsbisschop Vincenzo Paglia, noemde het een “paradigmaverschuiving” in de moraaltheologie. Negen internationale deskundigen schreven een open brief waarin ze klaagden over ernstige fouten in het boek.

Het leergezag van de Kerk heeft altijd onderwezen dat het gebruik van voorbehoedsmiddelen verkeerd is, een leer die werd herbevestigd in de historische encycliek Humanae Vitae van Paulus VI uit 1968. De Catechismus van de Katholieke Kerk leert dat elke handeling intrinsiek slecht is die, “hetzij in het vooruitzicht op de echtelijke daad, hetzij in de voltooiing ervan, hetzij in de ontwikkeling van de natuurlijke gevolgen ervan, als doel of als middel voornemens is de voortplanting onmogelijk te maken (2370)”. (Red: voor Nederlandse vertaling, zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl)   

In zijn toespraak, getiteld “De onfeilbaarheid van de leer van de Kerk over contraceptie”, begon professor Finnis met eraan te herinneren dat “het verkeerd zijn van contraceptie bij echtelijke gemeenschap” een waarheid is die zelfs de progressieve Duitse jezuïetentheoloog Karl Rahner s.j. “ronduit heeft gesteld” vóór het Tweede Vaticaans Concilie.

Finnis zei dat de Duitse theoloog “de onfeilbaarheid van de leer van de Kerk op dit gebied goed verwoordde” toen hij benadrukte dat als een specifieke morele regel door de Kerk “overal ter wereld als een gebod van God wordt onderwezen, zij door de bijstand van de Heilige Geest voor dwaling wordt behoed.”

De Australisch-Britse professor in de rechten, die op heftige tegenstand stuitte omdat hij orthodoxe katholieke standpunten over het natuurrecht verkondigde, herinnerde vervolgens aan de vier noodzakelijke en voldoende elementen om de leer van de Kerk onfeilbaar te maken, ook al is die niet formeel door een paus of een kerkelijk concilie vastgesteld, zoals uiteengezet in de Dogmatische Constitutie over de Kerk, Lumen Gentium, van het Tweede Vaticaans Concilie (Red.voor een Nederlandse vertaling van het document, zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl)  Deze zijn dat bisschoppen, mits in gemeenschap met elkaar en met de paus, onfeilbaar de leer van Christus verkondigen wanneer “[i] zij op gezaghebbende wijze [ii] zaken van geloof en moraal onderwijzen, [iii] zij het eens zijn dat één bepaald oordeel [iv] hetgeen is dat als definitief geldend moet worden beschouwd”, aldus Finnis.

Finnis stelde ook dat de uitspraken van Vaticanum II zelf over anticonceptie bevestigen dat het een leer is die “elke katholiek definitief moet aanhouden – dat wil zeggen, als een onlosmakelijk en vanwege het bewijs onomkeerbaar element bij het aanhangen van het katholieke geloof als zijnde waar”.

Om zijn zaak te ondersteunen, wees Finnis op het werk van twee vooraanstaande Amerikaanse professoren in de moraaltheologie: de jezuïet pater John Ford s.j. en de lekenfilosoof Germain Grisez, die in 1978 gezamenlijk “met precisie hebben aangetoond” dat “alle vier voorwaarden voor een onfeilbare leer” op dit gebied “zeker vervuld zijn.”

Finnis legde uit hoe Ford en Grisez “zes soorten bewijs” opsomden die de onfeilbaarheid van de leer van de Kerk over anticonceptie bevestigen. Het bewijs omvatte de lange geschiedenis van verzet tegen anticonceptie door bisschoppen, heiligen, kerkleraren en moraaltheologen; de strafbaarstelling door het kerkelijk recht van de “morele misdaad” van kunstmatige anticonceptie vanaf de 13e eeuw tot 1917; en de “afwezigheid van enige significante negatieve reactie” binnen de Kerk op de verklaringen waarin Pius XI en vervolgens Pius XII de leer tegen anticonceptie opnieuw bevestigden als constant “vanaf het begin” en onveranderlijk.

Wat betreft de vraag of aan de vierde voorwaarde van Lumen Gentium is voldaan – dat de leer van de Kerk op dit gebied definitief moet worden geloofd – wees Finnis op de verwijzing van Ford en Grisez naar het feit dat de leer dat het opzettelijk steriel maken van gemeenschap een “kwestie van doodzonde is die het heil in gevaar brengt” altijd is beschouwd als een “ontvangen en zeker onderdeel” van de morele leer van de Kerk. En toen zij ter discussie werd gesteld, werd zij “als waar, zeker en integraal onderdeel van het katholieke geloof” benadrukt en “niet alleen als vereist door de menselijke rede (‘natuur’)” maar ook als “geopenbaard – een stelling die, ongeacht haar juistheid, impliceerde dat de leer definitief vaststond”.

Het theologische verzet tegen de Ford-Grisez these, vervolgde Finnis, kwam voort uit het “nieuwe paradigma” van andersdenkenden dat zich ontwikkelde in de decennia na 1968, en dat Johannes Paulus II veroordeelde in zijn encycliek Veritatis Splendor uit 1993. Die encycliek ging niet in op de kwestie van de onfeilbaarheid, maar wees wel op de “Instructie over de kerkelijke roeping van de theoloog” van het Vaticaan uit 1990, ondertekend door kardinaal Joseph Ratzinger, de toenmalige prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer. (Voor een Nederlandse vertaling van de encycliek, zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl)  Dat CDF document, verwijzend naar “morele leerstellingen die op zich door het natuurlijk verstand kunnen worden gekend”, had verklaard dat “het een geloofsleer is dat deze morele normen onfeilbaar door het leergezag kunnen worden onderwezen.”

Professor Finnis verdedigde ook de waarheid van de leer over anticonceptie, onafhankelijk van de onfeilbaarheid ervan. Hij betoogde dat “de apostolische traditie die de leer van Christus overbrengt” met betrekking tot seks en huwelijk “een geopenbaarde eenheid vormt van een zich ontwikkelende en ontwikkelde leer” waarin de stelling centraal staat dat “seks uitsluitend voor het huwelijk is”. Bovendien “is zij binnen het huwelijk voorbehouden aan handelingen die in hun hoogtepunt op authentieke wijze uitdrukking geven aan – verwijzen naar, zonder gewilde scheiding – elk van de twee bepalende goede dingen van het huwelijk: proles en fides, nageslacht en echtelijke toewijding.” 

Finnis herinnerde zich hoe hij eind jaren zestig en begin jaren zeventig uit de eerste hand meemaakte hoe een Anglicaanse groep theologen “nadachten over hun route van de aanvaarding van contraceptie” naar “de aanvaarding van de morele toelaatbaarheid van homoseksuele seksuele handelingen” – een aanvaarding “uitdrukkelijk gestoeld op het gegeven dat contraceptie als toelaatbaar aanvaarden de morele bezwaren tegen vele andere soorten seksuele handelingen blokkeert en tenietdoet.”

Maar hij zei dat zo’n theorie, “binnen het kader van een getransformeerde (denkbeeldige) katholieke seksethiek die anticonceptie accepteert, in de praktijk niet is blijven leven”, omdat de voorstanders ervan in plaats daarvan Humanae Vitae en andere pauselijke en kerkelijke documenten die de leer van de Kerk over seks en het huwelijk naar voren brengen, in veel opzichten als onjuist en omkeerbaar beschouwen, niet alleen met betrekking tot anticonceptie. Finnis zei dat zij ook de preconciliaire geschriften van Rahner over het geweten en de onfeilbaarheid van het gewone leergezag in het onderwijzen van morele normen die zonder uitzondering van toepassing zijn op sommige specifieke soorten handelingen, als onjuist beschouwen.

“Dus blijven we achter met de conclusie dat, omdat het overal als definitief werd onderwezen, het door alle katholieken als zeker waar moet worden beschouwd, nu evenzeer als altijd het geval was, ook al is de bisschoppelijke eenheid die dat oordeel als onomkeerbaar garandeerde, later verbroken,” concludeerde Finnis.

Met betrekking tot de bisschoppen die gebroken hebben met de vaste leer van de Kerk over anticonceptie: “Dat verlies van eenheid in het oordeel is een probleem voor hen en voor de bisdommen die zij besturen,” voegde hij eraan toe, “maar niet voor de waarheid van een leer die voorgangers van hen, verspreid over de wereld op een zeker vast te stellen moment, door hun eenheid m.b.t. een specifiek soort oordeel onfeilbaar hadden onderwezen.”

Edward PentinEdward Pentin begon zijn verslaggeving over de Paus en het Vaticaan bij Vatican Radio voordat hij de correspondent voor Rome werd van EWTN’s National Catholic Register. Hij heeft ook verslag gedaan van de Heilige Stoel en de Katholieke Kerk voor een aantal andere media waaronder Newsweek, Newsmax, Zenit, The Catholic Herald, en The Holy Land Review, een Franciscaans tijdschrift gespecialiseerd in de Kerk en het Midden Oosten. Edward is de auteur van The Next Pope: The Leading Cardinal Candidates (Sophia Institute Press, 2020) en The Rigging of a Vatican Synod? An Investigation into Alleged Manipulation at the Extraordinary Synod on the Family (Ignatius Press, 2015). Volg hem op Twitter op @edwardpentin.

Bron: John Finnis to Pontifical Academy for Life: Church’s Infallible Teaching Against Contraception Is ‘Certainly True’| National Catholic Register (ncregister.com)

 


Keywoorden:  | Aartsbisschop Vincenzo Paglia | Anticonceptie | Edward Pentin | Encycliek ‘Humanae Vitae‘ | Encycliek ‘Veritatis Splendor‘ |  Ethiek van het leven | Geestelijke dwalingen | Germain Grisez | H.Huwelijk | John Ford s.j. | Karl Rahner s.j. | Lumen Gentium| Moraaltheologie | Natuurrecht | NCRegister | Onfeilbaarheid katholieke leer | Pauselijke academie voor het leven (PAV) | Prof. John Finnis |  Rechtsfilosofie | RKDocumenten.nl | 


Wilt u meer lezen of zien van de vermaarde katholieke Journalist ‘Edward Pentin‘ ? Klik dan hier.

Wilt u meer lezen over de “Pauselijke Academie voor het Leven (PAV)’? Klik dan hier , Of gebruik de zoekfunctie achter het vergrootglas, rechts bovenaan deze pagina

 


230126 | [XLS000] |

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel