Kardinaal Hollerich s.j. en de destabilisatie van de kerkleer

HomeInternationaal Katholiek NieuwsKardinaal Hollerich s.j. en de destabilisatie van de kerkleer

De Luxemburgse kardinaal, die de algemene relator is van de komende Synode over Synodaliteit, heeft niet alleen de fundamentele kerkelijke leringen over seksualiteit in twijfel getrokken, maar ook de integriteit van de leer zelf.

Jonathan Liedl; Blogs; 9 februari 2022

Vorige maand verklaarde kardinaal Jean-Claude Hollerich s.j. van Luxemburg, de algemeen relator van de zich ontvouwende Synode over Synodaliteit, dat voorgestelde hervormingen in het leven van de Kerk “een stabiele basis nodig hebben.”

Maar slechts een week later maakte de prelaat duidelijk, dat katholieken bij hem uit de buurt moeten blijven als zij op zoek zijn naar een stevige leerstellige basis.

Tijdens een interview met het Duitse katholieke persbureau KNA verklaarde kardinaal Hollerich, dat de kerkelijke leer met betrekking tot homoseksualiteit “onjuist is”, omdat de “sociologisch-wetenschappelijke basis van deze leer niet langer correct is”.

Voor alle duidelijkheid, de kardinaal antwoordde op een nogal onhandig gestelde vraag, die suggereerde dat de Kerk van mening is dat homoseksualiteit een zonde is – waarbij wat precies “homoseksualiteit” betekende in dit geval enigszins onduidelijk bleef. Hoewel de Kerk eraan vasthoudt, dat homoseksuele aantrekkingskracht “intrinsiek ongeordend” is, in die zin dat het de seksuele vermogens niet naar hun eigenlijke doel leidt, is de Kerk er ook heel duidelijk over, dat het ervaren van deze aantrekkingskracht op zichzelf niet zondig is; het is veeleer de keuze om ernaar te handelen die een zonde vormt.

Maar kardinaal Hollerich heeft de vraag niet verduidelijkt. Hij dook er meteen in en gebruikte de vraag als een gelegenheid om te suggereren dat de leer van de Kerk met betrekking tot homoseksuele handelingen – en, in het verlengde daarvan, haar leer dat de menselijke seksualiteit gericht is op de echtelijke liefde tussen man en vrouw, een beeld van het Trinitaire leven – fundamenteel gebrekkig is.

De verklaring was schokkend, een voorbeeld van een prominente kerkleider die openlijk kritiek levert op een morele leer die door de Kerk quod semper, quod ubique, quod ab omnibus (altijd, overal, door iedereen) wordt beleden, waarbij hij de kant kiest van de geseculariseerde cultuur over het omstreden onderwerp in plaats van de orthodoxe leer.

Maar misschien nog verontrustender dan de specifieke inhoud van het standpunt van kardinaal Hollerich is de onderliggende logica met betrekking tot de kerkelijke leer en ontwikkeling die eraan ten grondslag ligt, een zorg die versterkt wordt door de belangrijke rol die de prelaat op de synode zal spelen.

In deze analyse viel kardinaal Hollerich niet alleen een afzonderlijk stel morele en antropologische leerstellingen aan. In plaats daarvan ondermijnde hij het begrip doctrinaire integriteit op zich, destabiliseerde hij het geheel van de samenhang aan leringen van de Kerk en trok hij het vermogen van de Kerk in twijfel om iets met gezag te onderwijzen, om iets over de Goddelijke Openbaring met juistheid te communiceren.

Kardinaal Hollerich beweerde, dat het verbod van de Kerk op seksuele handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht (en nogmaals, het moet duidelijk zijn, in het verlengde daarvan haar complete begrip van seksuele moraal) aanvankelijk was geworteld in wetenschappelijke en sociologische feiten waarvan óf nu bekend is dat ze onjuist zijn, óf die niet langer relevant zijn. Hij beweert bijvoorbeeld, dat sodomie verboden was zowel vanwege een gebrekkige embryologie die stelde dat het sperma van een man het gehele menselijke nageslacht bevatte (waardoor handelingen van hetzelfde geslacht verwant waren aan zoiets als kindermoord), als ook omdat het in verband werd gebracht met heidense rituelen. Geen van beide elementen is vandaag de dag nog relevant, en daarom moet deze leer worden verworpen.

Op het eerste gezicht lijken de feiten van dit verhaal niet erg plausibel (zelfs als het waar is dat de “homunculi” theorie van embryologie de overhand had in sommige oude contexten). Maar het diepere probleem bij deze voorstelling van zaken is, dat de morele leer van de Kerk met betrekking tot seksualiteit niet louter het product is van oude wetenschap of sociologische taboes – haar bron is de Goddelijke Openbaring.

Zij is vervat in het scheppingsverhaal in Genesis, wordt bevestigd in de brieven van Paulus, en is gebaseerd op de leer van Christus over het huwelijk zoals gevonden in de Evangeliën. Van cruciaal belang is, dat de fundamentele opvatting van de katholieke kerk over de seksuele moraal door de apostelen is overgeleverd in de geloofsschat. Het is ontvangen en vervolgens ontwikkeld door de Kerk in de daaropvolgende generaties en is herhaaldelijk bevestigd door het leergezag van de Kerk, het meest recent en uitvoerig door H. paus Johannes Paulus II in zijn verwoording van de theologie van het lichaam. Het is in overeenstemming met de natuurwet, en is als waar beschouwd over een verscheidenheid aan wetenschappelijke en sociologische achtergronden heen.

De stap van kardinaal Hollerich zou voor katholieken niet geheel onbekend moeten zijn; voorstanders van abortus hebben een vergelijkbaar soort logica gebruikt om het morele verbod van de Kerk op die daad in twijfel te trekken. Zo heeft parlementsvoorzitter Nancy Pelosi herhaaldelijk gezegd, dat Thomas van Aquino’s speculatie, dat de instorting van de ziel enkele weken na de conceptie plaatsvindt, bewijst dat de Kerk geen geldig leerstellig standpunt over abortus heeft. Maar dit klopt niet – Thomas aanvaardde het consequente morele verbod van de Kerk op deze praktijk, ook al gebruikte hij de wetenschappelijke categorieën die tot zijn beschikking stonden in een poging te begrijpen waarom de Kerk altijd had geleerd wat zij deed.

Johannes Paulus II bekritiseerde in feite deze Pelosi-achtige logica in Evangelium Vitae, (Nederlandse vertaling door rkdocumenten) toen hij opmerkte dat “wetenschappelijke en filosofische discussies over het precieze moment van de infusie van de geestelijke ziel nooit aanleiding hebben gegeven tot enige aarzeling [in de kerkelijke leer] over de morele veroordeling van abortus”. Dezelfde soort kritiek lijkt te gelden voor de analyse van kardinaal Hollerich.

Zeker, de leer van de Kerk over de seksuele moraal heeft zich ontwikkeld, en accenten zijn zelfs verlegd. In zekere zin is de leer van de Kerk veranderd. Maar dit is in beperkte en bijzonder opzicht.  Welke veranderingen of ontwikkelingen zich ook hebben voorgedaan, ze hebben plaatsgevonden op een wijze die in overeenstemming is met de fundamentele opvatting van de Kerk over de seksuele moraal. Verandering vindt plaats op het niveau van verwoording of nadruk of zelfs uitbreiding, maar niet in de essentiële feiten.

Zoals de heilige John Henry Newman opmerkte, veranderen of ontwikkelen de leerstellige uitingen van de Kerk zich, opdat zij op beginselniveau hetzelfde kunnen blijven, vergelijkbaar met hoe een boom in de herfst zijn bladeren verliest zodat hij in de winter in leven kan blijven. Doctrinaire beginselen kunnen alleen maar worden uitgedrukt in de menselijke woorden en culturele middelen van een bepaalde tijd, met inbegrip van de wetenschappelijke categorieën. Maar terwijl deze uitdrukkingen en categorieën kunnen verschuiven en zelfs moeten worden vervangen, doet het leerstellig beginsel, die goddelijke waarheid die door menselijke woorden kan worden aangegeven en nooit uitgeput raakt, dat niet.

Dit is de opvatting van de leer en haar ontwikkeling die naar voren werd gebracht door Newman, wiens inzichten over dit onderwerp werden opgenomen in de dogmatische grondwet van het Tweede Vaticaans Concilie over de goddelijke openbaring, Dei Verbum. Het is in overeenstemming met de bijdragen aan de fundamentele theologie die naar voren zijn gebracht door licht verschaffende 20e-eeuwse katholieke denkers, zoals Maurice Blondel, Yves Congar en kardinaal Avery Dulles.

Maar is dat de opvatting over de leer van kardinaal Hollerich? Hij heeft ons reden tot twijfel gegeven.

Het was veelzeggend, dat kardinaal Hollerich in zijn, toegegeven, korte opmerkingen over het onderwerp, nooit enige aanwijzing gaf over wat zelfs het principe of de kern is van de leer van de Kerk over de menselijke seksualiteit. Hij beweerde eenvoudigweg dat vanwege wetenschappelijke en sociologische factoren, het 2000 jaar oude inzicht van de Kerk in de menselijke seksualiteit – dat verweven is met bijna elk ander aspect van het geloof, inclusief ons begrip van God, geschapen zoals wij zijn naar zijn beeld en gelijkenis, en van de Kerk, die de H. Paulus aan de Efeziërs beschreef met beelden van het huwelijk – gebrekkig is. Gebrekkig niet in de formulering, maar op het niveau van het principe, zozeer zelfs dat een grundrevision – een Duits woord dat kardinaal Hollerich gebruikte en dat een herziening van de grondslag en de basis van de leer zelf betekent – wordt verlangd.

In Geschiedenis en Dogma bekritiseert Blondel dit soort historicisme als een reductionistische, “mechanische verklaring” van de leerstellige ontwikkeling van de Kerk, waarin een opeenvolging van historische feiten de geestelijke werkelijkheid van het leven van de Kerk vervangt, meer in overeenstemming met blinde evolutie dan met organische ontwikkeling. Zoals Blondel schreef: “De waarheid van het christendom is niet te vinden in een idee ontleend aan een geïsoleerd geanalyseerd feit, noch in de fragmentarische interpretatie van de opeenvolgende momenten van de geschiedenis, maar in een visie en waardering van het geheel, in de concrete realiteiten, in de persoon van Christus en de Kerk die haar voortzet”.   

Kardinaal Hollerich verkiest zijn analyse van geïsoleerde feiten boven het getuigenis van het leven van de Kerk.  Vanuit dit perspectief is het moeilijk de doctrines van de Kerk te zien als weinig meer dan positivistische normen, met noch basis in, noch contact met de goddelijke en objectieve waarheid. In plaats daarvan kan de leer op grote schaal worden herzien op basis van zeer dubbelzinnige en antinomiaanse criteria, zoals de vraag of zij al dan niet bijdraagt tot “authenticiteit”.

Dit is in feite de benadering van Terrence Tilley, auteur van Inventing Catholic Tradition, en een invloedrijk theoloog die, in een wrede ironie, de leerstoel voor theologie aan de Fordham Universiteit bekleedt, die genoemd is naar kardinaal Avery Dulles. Tilley’s opvatting van traditie en leerstellige ontwikkeling staat haaks op die van kardinaal Dulles zelf, en zelfs op het orthodoxe begrip van de Kerk, omdat het voortkomt uit een fataal te kort schietende epistemologie. Maar de benadering van Tilley en verwante benaderingen zijn wijdverbreid onder bepaalde katholieke academici, journalisten en blijkbaar ook kardinalen.

Deze zelfde figuren hebben andere katholieken verweten dat zij de zich ontwikkelende Synode over Synodaliteit met aarzeling, zo niet bezorgdheid, tegemoet zien. Maar met een figuur als Kardinaal Hollerich, die dienst doet in zo’n belangrijke hoedanigheid, ja die zelfs toezicht en invloed heeft op de hele richting van de synode en de samenvatting van haar conclusies, zijn deze zorgen waarschijnlijk alleen maar toegenomen.

Sommigen zouden kunnen zeggen, dat kardinaal Hollerich zijn opmerkingen slechts maakte als een individueel theoloog, een persoonlijke mening die niet noodzakelijk wijst op een aangetast vermogen om een leidende en onpartijdige rol te spelen in de synode over de synode. Maar kardinaal Jozeph Ratzinger heeft reeds model gestaan voor de juiste aanpak die een theoloog moet volgen wanneer hij gevraagd wordt de Kerk te dienen in een officiële leerstellige hoedanigheid, door zijn eigen speculatieve werk op te schorten, toen hij de positie van prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer aanvaardde.

Kardinaal Hollerich is niet alleen de algemene relator van de synode, hij is ook de voorzitter van de bisschoppelijke conferentie van de Europese Unie. Met deze verantwoordelijkheden kunnen zijn woorden niet worden opgevat als een privé-mening, maar wel als de manier waarop hij de kerkelijke leer opvat en zijn positie wil gebruiken om deze dienovereenkomstig vorm te geven. Kardinaal Hollerich zegt dat deze “grundrevision” moet worden gemaakt, zodat de Kerk niet “het contact verliest” met de huidige beschaving, maar hij lijkt bereid het Evangelie zelf op te offeren voor blijvende wereldse relevantie – een hedendaags voorbeeld van “Slimme Hans“, de Duitse sprookjesfiguur die kardinaal Ratzinger gebruikte om de verleiding van de Kerk te illustreren om haar schat – de waarheid en het leven dat Christus ons door de generaties heen heeft overgeleverd – langzaam weg te geven omwille van het comfort.

Vorige week stelde ik voor om “activisme” toe te voegen aan de lijst van gevaren die de Heilige Vader heeft aangewezen als bedreiging voor de synode. In het licht van de alarmerende onthulling van kardinaal Hollerich, stel ik voor dat we er nog een aan toevoegen: discontinuïteit, of zelfs destabilisatie.

De katholieken die werkelijk wensen dat de synode een vruchtbare periode van gemeenschappelijke onderscheiding zal zijn, zouden moeten overwegen hoe de rol van kardinaal Hollerich in het proces, of op zijn minst het feit dat zijn heterodoxe uitspraken over seksuele moraal niet gecorrigeerd zijn, dat prijzenswaardige doel bedreigen. Het nemen van beslissende stappen om de verwarring aan te pakken die de opmerkingen en het leiderschap van kardinaal Hollerich in de synode hebben veroorzaakt, zou een goede stap zijn op weg naar het herstel van vertrouwen in het proces. Niets doen zal waarschijnlijk het tegenovergestelde bewerken.

Jonathan Liedl

Jonathan Liedl is senior redacteur voor het Register. Hij heeft gewerkt voor katholieke conferenties, heeft drie jaar seminarie gedaan en gaf bijles aan een christelijk studiecentrum aan een universiteit. Liedl heeft een B.A. in politieke wetenschappen en Arabische studies (Univ. of Notre Dame), een M.A. in katholieke studies (Univ. of St. Thomas), en is momenteel bezig met de afronding van een M.A. in theologie aan het Saint Paul Seminary. Hij woont in Minnesota’s Twin Cities. Volg hem op Twitter op @JLLiedl.

Bron: Cardinal Hollerich and the Destabilization of Doctrine| National Catholic Register (ncregister.com)

Keywoorden:  | Activisme | Antinomianisme | Maurice Blondel | De slimme Hans parabel (Ratzinger) | Dei Verbum | Evangelium Vitae | Geschiedenis en Dogma | H.John Henry Newman | H.Paus Johannes Paulus II |  Humanae Vitae | Inventing Catholic Tradition | Jonathan Liedl | Kardinaal Jean-Claude Hollerich s.j. | Kardinaal Joseph Ratzinger | Maurice Blondel  | Nancy Pelosi | NCRegister | Parabels | Seksuele moraal | Terrence Tilley | Theologie van het lichaam |

 

Wilt u meer lezen of horen/zien over onderwerpen zoals bijvoorbeeld ‘Humanae Vitae’ en de ‘theologie van het lichaam’ van H.Paus Johannes Paulus II, klik dan hier  of gebruik een van de ‘tags’ boven aan het artikel

 


220211 | [XLS000] 221230 post views 1165 |

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel