Kardinalen sturen ‘Dubia’ naar paus Franciscus in aanloop naar Synode over Synodaliteit @EdwardPentin @NCRegister

HomeEdward PentinKardinalen sturen 'Dubia' naar paus Franciscus in aanloop naar Synode over Synodaliteit...

De dubia zijn ondertekend door kardinaal Walter Brandmüller, kardinaal Raymond Burke, kardinaal Zen Ze-Kiun, kardinaal Juan Sandoval Íñiguez en kardinaal Robert Sarah.

Edward Pentin; Vaticaan; 2 oktober 2023 – VATICAANSTAD – Vijf kardinalen hebben een reeks vragen gestuurd naar paus Franciscus om hun bezorgdheid te uiten en opheldering te vragen over punten van leer en discipline in aanloop naar de opening van de Synode over Synodaliteit deze week in het Vaticaan.

De kardinalen zeiden dat ze op 21 augustus vijf vragen, “dubia” genoemd, hadden ingediend om duidelijkheid te krijgen over onderwerpen met betrekking tot de ontwikkeling van de leer, de zegening van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, de autoriteit van de Synode over Synodaliteit, wijding van vrouwen en sacramentele absolutie.

Dubia zijn formele vragen aan de paus en het Dicasterium voor de Geloofsleer (DDF) met als doel een “ja” of “nee” als antwoord te krijgen, zonder theologische argumentatie. Het woord “dubia” is de meervoudsvorm van “dubium”, wat “twijfel” betekent in het Latijn. Ze worden meestal naar voren gebracht door kardinalen of andere hooggeplaatste leden van de Kerk en zijn bedoeld om opheldering te vragen over leerstellige kwesties of kerkelijk onderricht.

De dubia zijn ondertekend door de Duitse kardinaal Walter Brandmüller, 94 jaar, voorzitter van de Pauselijke Commissie voor Historische Wetenschappen; de Amerikaanse kardinaal Raymond Burke, 75 jaar, emeritus prefect van de Apostolische Signatura; de Chinese kardinaal Joseph Zen Ze-Kiun, 90 jaar, emeritus bisschop van Hong Kong; de Mexicaanse kardinaal Juan Sandoval Íñiguez, 90 jaar, emeritus aartsbisschop van Guadalajara; en de Guinese kardinaal Robert Sarah, 78 jaar, emeritus prefect van het Dicasterium voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten.

Dezelfde groep senior prelaten zegt dat ze een eerdere versie van de dubia over deze onderwerpen op 10 juli hebben ingediend en de volgende dag een antwoord van paus Franciscus hebben ontvangen.

Maar ze zeiden dat de paus antwoordde in volledige antwoorden in plaats van in de gebruikelijke vorm van “ja” en “nee” antwoorden, waardoor het nodig was om een herzien verzoek om verduidelijking in te dienen.

De antwoorden van paus Franciscus “hebben de twijfels die we hadden geuit niet weggenomen, maar eerder verdiept,” zeiden ze in een verklaring aan het National Catholic Register, CNA’s partner nieuws outlet. Daarom stuurden ze de geherformuleerde dubia op 21 augustus, deels anders geformuleerd zodat ze “ja” of “nee” antwoorden zouden uitlokken.

De kardinalen weigerden de verzoeken van het Register om het antwoord van de paus van 11 juli te bekijken, omdat ze zeggen dat het antwoord alleen aan hen gericht was en dus niet bedoeld voor het publiek.

Ze zeggen dat ze nog geen antwoord hebben ontvangen op de geherformuleerde dubia die op 21 augustus naar de paus werden gestuurd.

Het Register vroeg het Vaticaan om commentaar op 29 september en opnieuw op 1 oktober, maar had op het moment van publicatie nog geen reactie ontvangen.

De kardinalen legden in een “Mededeling aan de gelovigen van Christus” van 2 oktober uit dat ze besloten hadden de dubia in te dienen “vanwege verschillende verklaringen van hooggeplaatste prelaten” met betrekking tot de komende synode die “openlijk in strijd zijn met de constante leer en discipline van de Kerk”.

Deze verklaringen, zeiden ze, “hebben grote verwarring en in dwaling vervallen teweeggebracht onder gelovigen en andere personen van goede wil en zullen dat blijven doen, en wij hebben onze diepste bezorgdheid geuit aan de paus in Rome.”

Het initiatief, voegden de kardinalen eraan toe, werd genomen in overeenstemming met canon 212 § 3, dat stelt dat het een plicht is van alle gelovigen “om aan de heilige herders hun mening kenbaar te maken over zaken die betrekking hebben op het welzijn van de Kerk.

“In een commentaar van 2 oktober aan het Register, benadrukte kardinaal Burke dat het initiatief van de kardinalen “in overeenstemming is met de constante praktijk van de Kerk,” eraan toevoegend dat “de gelovigen, inclusief kardinalen die een speciale verantwoordelijkheid hebben voor het leven van de Kerk, de plicht hebben om aan de heilige herders van de Kerk – bij uitstek de paus in Rome – hun ernstige zorgen over de leer en de discipline van de Kerk kenbaar te maken.”

Hij voegde eraan toe: “De praktijk heeft de Kerk een rijke schat aan doctrine en discipline opgeleverd in de antwoorden van de Paus in Rome en van individuele bisschoppen op dubia of vragen die aan hen werden gesteld. Het dispositieve deel van al deze antwoorden is door de eeuwen heen gecodificeerd in de Codex van Canoniek Recht. Dubia of vragen worden voorgelegd op een manier die een duidelijk en ondubbelzinnig antwoord uitlokt omwille van het welzijn van de Kerk, dat wil zeggen, het welzijn van de zielen.”

Kardinaal Burke zei  dat “wat essentieel is” is, dat de dubia en de geherformuleerde dubia “in de eerste plaats betrekking hebben op leer en discipline van de Kerk, het heil van de zielen.”

Hij voegde eraan toe: “Het gaat er niet om een standpunt in te nemen tegenover paus Franciscus. Het zou erg jammer zijn als het debat zich concentreert op de persoon van de paus in plaats van de meest ernstige doctrinaire en disciplinaire vragen die worden gesteld door de op handen zijnde zitting van de bisschoppensynode.”

De praktijk van het uitvaardigen van dubia is tijdens dit pontificaat op de voorgrond gekomen. In 2016 dienden kardinalen Burke en Brandmüller samen met wijlen kardinalen Carlo Caffarra en Joachim Meisner een reeks van vijf dubia in bij paus Franciscus om opheldering te krijgen over de interpretatie van Franciscus’ apostolische exhortatie Amoris Laetitia, in het bijzonder over het toelaten van gescheiden en hertrouwde katholieken tot de sacramenten. Ze kregen geen direct antwoord op hun vragen.

In 2021 gaf het DDF een “responsa ad dubium” uit met een eenvoudig “nee” op een dubium over de vraag of de Kerk “de bevoegdheid heeft om verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht te zegenen”.

Datzelfde jaar gaf het Dicasterium voor Goddelijke Eredienst een responsa ad dubia uit over verschillende vragen met betrekking tot de implementatie van Traditionis Custodes, het motu proprio van paus Franciscus dat de traditionele Latijnse mis beperkt.

Vervolgens stuurde de jezuïet James Martin, in januari van dit jaar, rechtstreeks aan paus Franciscus een reeks van drie dubia waarin hij opheldering vroeg over opmerkingen van de Heilige Vader aan de Associated Press over de kwestie van homoseksualiteit. De paus beantwoordde de vragen twee dagen later met een handgeschreven brief.

Wat beide dubia inhouden

Het eerste dubium (vraag) betreft de ontwikkeling van de leer en de bewering van sommige bisschoppen dat de goddelijke openbaring “moet worden geherinterpreteerd volgens de culturele veranderingen van onze tijd en volgens de nieuwe antropologische visie die deze veranderingen bevorderen; of dat de goddelijke openbaring voor altijd bindend is, onveranderlijk en daarom niet kan worden tegengesproken.

“De kardinalen zeiden dat de paus op 11 juli reageerde door te zeggen dat de Kerk “haar begrip van het geloofsgoed kan verdiepen”, waar ze het mee eens waren, maar dat het antwoord “onze zorg niet oppakte”, namelijk dat veel christenen vandaag de dag beweren dat “culturele en antropologische veranderingen van onze tijd de Kerk zouden moeten dwingen om het tegenovergestelde te onderwijzen van wat ze altijd heeft onderricht. Dit betreft essentiële, geen secundaire, vragen voor onze verlossing, zoals de geloofsbelijdenis, subjectieve voorwaarden voor toegang tot de sacramenten en het naleven van de morele wet,” zeiden ze.

Daarom herformuleerden ze hun dubium als volgt: “Is het vandaag de dag mogelijk voor de Kerk om leerstellingen te onderwijzen die in strijd zijn met wat zij eerder heeft geleerd in zaken van geloof en moraal, hetzij door de paus ex cathedra, hetzij in de bepalingen van een oecumenisch concilie, of in het gewone universele leergezag van de bisschoppen die over de hele wereld verspreid zijn (vgl. Lumen Gentium, 25)?

“In het tweede dubium over het zegenen van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, onderstreepten ze de leer van de Kerk die gebaseerd is op goddelijke openbaring en de Schrift, dat “God de mens schiep in zijn eigen beeld, man en vrouw schiep hij hen en zegende hen, opdat zij vruchtbaar zouden zijn” (Gen 1,27-28), en de leer van de heilige Paulus dat het ontkennen van seksuele verschillen het gevolg is van het ontkennen van de Schepper (Rom 1,24-32). Vervolgens vroegen ze de paus of de kerk van deze leer kan afwijken en “objectief zondige situaties, zoals verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, als een ‘mogelijk goed’ kan aanvaarden zonder de geopenbaarde leer te verraden?”.

De paus antwoordde 11 juli, zeiden de kardinalen, door te zeggen dat het gelijkstellen van het huwelijk aan het zegenen van koppels van hetzelfde geslacht tot verwarring zou leiden en dus vermeden moet worden. Maar de kardinalen zeiden dat hun zorg een andere was, namelijk “dat de zegening van paren van hetzelfde geslacht hoe dan ook verwarring zou kunnen scheppen, niet alleen omdat ze daardoor analoog zouden kunnen lijken aan het huwelijk, maar ook omdat homoseksuele handelingen praktisch zouden worden voorgesteld als een goed, of op zijn minst als het mogelijk goede dat God van mensen vraagt op hun weg naar Hem toe.”

Daarom herformuleerden ze hun dubium om te vragen of het in “sommige omstandigheden” mogelijk zou zijn voor een priester om verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht te zegenen “en zo te suggereren dat homoseksueel gedrag als zodanig niet in strijd zou zijn met Gods wet en de weg van de persoon naar God toe?” Gekoppeld aan dat dubium vroegen ze of de leer van de Kerk nog steeds geldig is dat “elke seksuele handeling buiten het huwelijk, en in het bijzonder homoseksuele handelingen, een objectief ernstige zonde tegen de wet van God vormt, ongeacht de omstandigheden waarin ze plaatsvindt en de intentie waarmee ze wordt uitgevoerd”.

Vraag over synodaliteit

In het derde dubium vroegen de kardinalen of synodaliteit het hoogste criterium van kerkelijk bestuur kan zijn zonder “haar constitutieve orde die door haar Stichter is gewild” in gevaar te brengen, gezien het feit dat de bisschoppensynode niet het college van bisschoppen vertegenwoordigt, maar “slechts een raadgevend orgaan van de paus is”. Ze benadrukten: “Het hoogste en volledige gezag van de Kerk wordt zowel uitgeoefend door de paus uit hoofde van zijn ambt als door het college van bisschoppen samen met zijn hoofd de paus van Rome (Lumen Gentium, 22).”

De kardinalen zeiden dat paus Franciscus reageerde door aan te dringen op een “synodale dimensie van de Kerk” die alle lekengelovigen omvat, maar de kardinalen zeiden bezorgd te zijn dat “synodaliteit” wordt voorgesteld alsof het “het hoogste gezag van de Kerk vertegenwoordigt” in gemeenschap met de paus. Ze zochten daarom duidelijkheid over de vraag of de synode kan optreden als de hoogste autoriteit in cruciale kwesties. Hun geherformuleerde dubium vroeg: “Zal de te Rome te houden bisschoppensynode, die slechts een gekozen vertegenwoordiging van herders en gelovigen omvat, in de leerstellige of pastorale aangelegenheden waarover zij zich zal moeten uitspreken, het hoogste gezag van de Kerk uitoefenen, dat uitsluitend toekomt aan de Romeinse paus en, una cum capite suo, aan het college van bisschoppen (vgl. can. 336 C.I.C.)?”.

Heilige wijdingen en vergeving

In het vierde dubium gingen de kardinalen in op uitspraken van sommige prelaten, opnieuw “gecorrigeerd noch ingetrokken”, die stellen dat omdat de “theologie van de Kerk veranderd is”, vrouwen daarom tot priester gewijd kunnen worden. Daarom vroegen ze de paus of de leer van het Tweede Vaticaans Concilie en de apostolische brief Ordinatio Sacerdotalis van de heilige Johannes Paulus II (Red. Klik hier voor een Nederlandse vertaling, met dank aan RKDocumenten.nl), die “definitief de onmogelijkheid vaststelde om vrouwen tot priester te wijden, nog steeds geldig is”. Ze vroegen ook om opheldering over de vraag of deze leer “niet langer onderhevig is aan verandering of aan de vrije discussie van pastores of theologen”.

In hun geherformuleerde dubium zeiden de kardinalen dat de paus herhaalde dat Ordinatio Sacerdotalis als definitief moet worden beschouwd en “dat het noodzakelijk is om het priesterschap te begrijpen, niet in termen van macht, maar in termen van dienstbaarheid, teneinde het besluit van Onze Heer om de heilige wijdingen alleen aan mannen voor te behouden correct te begrijpen.” Maar ze waren het niet eens met zijn antwoord waarin hij zei dat de vraag “nog verder onderzocht kan worden”.

“Wij zijn bezorgd dat sommigen deze verklaring zo zullen interpreteren dat de zaak nog niet definitief is beslist,” zeiden ze, eraan toevoegend dat Ordinatio Sacerdotalis tot de geloofsschat behoort. Hun geherformuleerde dubium kwam daarom neer op: “Zou de Kerk in de toekomst de mogelijkheid kunnen hebben om vrouwen de priesterwijding toe te kennen, daarmee tegensprekend dat het exclusief voorbehouden van dit sacrament aan gedoopte mannen behoort tot de kern van het sacrament van de wijdingen, dat de Kerk niet kan veranderen?”

Hun laatste dubium betrof het veelvuldig benadrukken van de Heilige Vader dat er een plicht is om aan iedereen en altijd absolutie te verlenen, zodat berouw geen noodzakelijke voorwaarde zou zijn voor sacramentele absolutie. De kardinalen vroegen of het berouw van de boeteling noodzakelijk blijft voor de geldigheid van de sacramentele biecht, “zodat de priester de absolutie moet uitstellen wanneer het duidelijk is dat aan deze voorwaarde niet wordt voldaan.”

In hun geherformuleerde dubium merken ze op dat de paus de leer van het Concilie van Trente over deze kwestie heeft bevestigd, namelijk dat absolutie berouw van de zondaar vereist, wat ook het voornemen inhoudt om niet meer te zondigen. “En u nodigde ons uit om niet te twijfelen aan Gods oneindige barmhartigheid,” merkten ze op, maar voegden eraan toe: “We willen graag herhalen dat onze vraag niet voortkomt uit twijfel aan de grootheid van Gods barmhartigheid, maar, integendeel, voortkomt uit ons besef dat deze barmhartigheid zo groot is dat we in staat zijn om ons tot Hem te keren, onze schuld te belijden en te leven zoals Hij ons heeft geleerd. Op hun beurt zouden sommigen uw antwoord zo kunnen interpreteren dat alleen het naderen van de biecht een voldoende voorwaarde is voor het ontvangen van absolutie, in zoverre het impliciet het belijden van zonden en berouw zou kunnen omvatten.” Daarom herformuleerden ze hun dubium als volgt: “Kan een boeteling die, terwijl hij een zonde toegeeft, weigert op enigerlei wijze het voornemen kenbaar te maken deze niet opnieuw te begaan, geldig de sacramentele absolutie ontvangen?”

Vaticaanse context

De openbaarmaking van de documenten, verkregen door het Register en andere nieuwsmedia, komt twee dagen voor de opening van de 16e Gewone Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode, een cruciaal en zeer controversieel evenement in de katholieke kerk.

De bijeenkomst in Rome markeert een historisch moment voor de Kerk omdat voor het eerst in haar geschiedenis leken, vrouwen en andere niet-bisschoppen zullen deelnemen als volwaardige stemgerechtigde afgevaardigden naar de synode, hoewel de paus uiteindelijk zal beslissen of hij de aanbevelingen van de vergadering zal aanvaarden.

Paus Franciscus heeft, rechtstreeks of via de Romeinse Curie, eerder de onderwerpen aangesneden die de vijf kardinalen en hun dubia naar voren brachten.

Over de kwestie van de ontwikkeling van de leer en mogelijke tegenstrijdigheden, heeft paus Franciscus vaak een visie van leerstellige uitbreiding beschreven die gebaseerd is op een bepaalde interpretatie van de stelregel van Vincentius van Lerins dat christelijk dogma “voortschrijdt, zich in de loop der jaren consolideert, zich met de tijd ontwikkelt, zich met de jaren verdiept”. De paus heeft gezegd dat de leer zich “naar boven” uitbreidt vanuit de wortels van het geloof naarmate “ons begrip van de menselijke persoon met de tijd verandert en ons bewustzijn zich verdiept”.

De Heilige Vader heeft bijvoorbeeld gezegd dat, terwijl de doodstraf in de vroegere katholieke doctrine werd geaccepteerd en er zelfs toe werd opgeroepen, het “nu een zonde is”. “De andere wetenschappen en hun evolutie helpen de Kerk ook in deze groei van begrip,” zei de paus. In Evangelii Gaudium zei paus Franciscus dat dit soort benadering als “onvolmaakt” kan worden beschouwd door degenen die “dromen van een monolithische leer die door iedereen zonder nuance wordt verdedigd”, maar “de realiteit is dat een dergelijke verscheidenheid ons helpt om de verschillende aspecten van de onuitputtelijke rijkdom van het evangelie beter te manifesteren en te ontwikkelen”.

Over het onderwerp van het zegenen van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, waar in landen als Duitsland op wordt aangedrongen, heeft het belangrijkste doctrinaire bureau van het Vaticaan, het Dicasterium voor de Geloofsleer, zich in 2021 uitgesproken door te verduidelijken dat “de Kerk niet de bevoegdheid heeft, en niet kan hebben, om verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht te zegenen”. Sommigen hebben echter gespeculeerd dat, ondanks het feit dat de DDF-tekst verwijst naar zijn goedkeuring, paus Franciscus niet tevreden was met het document. De Antwerpse bisschop Johan Bonny beweerde in maart dat de paus het plan van de Vlaamse Belgische bisschoppen om zo’n soort zegen in te voeren niet afkeurde, hoewel deze bewering niet is gestaafd en het niet duidelijk is dat de Vlaamse zegen in feite van het soort is dat expliciet wordt afgekeurd in de DDF-leidraad.

De DDF-tekst werd door de Vaticaanse staatssecretaris, kardinaal Pietro Parolin, aangehaald in zijn kritiek op het besluit van de Duitse Synodale Weg om verder te gaan met pogingen tot inzegening van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, maar hij voegde er ook aan toe dat het onderwerp verder besproken zou moeten worden op de komende universele synode. Belangrijker is dat de nieuwe DDF-prefect, kardinaal Victor Manuel Fernández, een naaste vertrouweling van paus Franciscus, in juli verklaarde dat hij weliswaar tegen elke zegening was die verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht zou verwarren met het huwelijk, maar dat de DDF-leidraad van 2021 “de geur van Francisco miste” en tijdens zijn ambtstermijn herzien zou kunnen worden.

Wat betreft de autoriteit van de komende synode heeft paus Franciscus weliswaar het stemrecht in de bisschoppensynode uitgebreid tot buiten het bisschopsambt, maar hij heeft ook herhaaldelijk benadrukt dat de synode “geen parlement is” maar een raadgevende, spirituele bijeenkomst die bedoeld is om de paus te adviseren. De paus heeft in 2018 het kerkelijk recht aangepast zodat het definitieve document dat is goedgekeurd door een bisschoppensynode “deel kan uitmaken van het gewone leergezag van de opvolger van Petrus”, maar alleen als het “uitdrukkelijk is goedgekeurd door de paus in Rome”.

Over de mogelijkheid van de sacramentele wijding van vrouwen bevestigde paus Franciscus in 2016 opnieuw dat het duidelijke “nee” van Johannes Paulus II via Ordinato Sacederdotalis (1994) het “laatste woord” was over dit onderwerp. In 2018 bevestigde de toenmalige DDF-prefect kardinaal Luis Ladaria dat het priesterschap dat alleen uit mannen bestaat “definitief” is. In een interview met het tijdschrift America in 2022 bevestigde paus Franciscus opnieuw dat vrouwen niet kunnen toetreden tot het gewijde ambt en zei dat dit niet gezien moet worden als een “achterstelling”.

De paus heeft twee afzonderlijke commissies ingesteld om de kwestie van een vrouwelijk diaconaat te overwegen, maar de eerste, historisch georiënteerde commissie kwam niet tot een definitieve consensus en de tweede, die zich richt op de kwestie vanuit een theologisch perspectief, zal waarschijnlijk eveneens geen eenduidige steun bieden aan een vrouwelijk diaconaat. Het Instrumentum Laboris van de synode vraagt echter wel degelijk of “het mogelijk is om de opname van vrouwen in het diaconaat te overwegen” “en op welke manier?”.

Tot slot, met betrekking tot het onthouden van absolutie in de biechtstoel, heeft de paus eerder priesters die afzien van het aanbieden van absolutie voor bepaalde morele zonden zonder toestemming van de bisschop als “misdadigers” aangeduid en vertelde hij de Congolese bisschoppen in februari dat ze “altijd moeten vergeven in het sacrament van verzoening”, waarmee hij verder gaat dan de Codex van Canoniek Recht om “het risico te leggen aan de kant van vergeving”.

Jonathan Liedl, senior redacteur van het National Catholic Register, heeft bijgedragen aan dit verhaal.

Dit verhaal is bijgewerkt met commentaar van kardinaal Raymond Burke.

Edward Pentin

Edward Pentin

Edward begon zijn carrière in Rome als producer en presentator bij het Vaticaan, waarna hij verslag deed voor een aantal publicaties, waaronder Newsweek, The Sunday Times, Foreign Affairs, Newsmax en het National Catholic Register. De artikelen hadden betrekking op een brede mix van onderwerpen op het gebied van religie, politiek en maatschappij. In de media is hij onder meer verschenen bij Al Jazeera, Sky News (UK), CNN, Fox News, ITV, BBC Radio 4 The World Tonight en de BBC World Service.

Edward was ook redacteur bij The Holy Land Review, een Franciscaans kwartaalblad gespecialiseerd in de Kerk en het Midden-Oosten. In 2015 schreef hij het veelgeprezen The Rigging of a Vatican Synod? An Investigation into Alleged Manipulation at the Extraordinary Synod on the Family.

Behalve als verslaggever heeft Edward gewerkt als onderzoeker en adviseur voor Lord Alton of Liverpool, een van ‘s werelds belangrijkste pro-life campagnevoerders, en als communicatieadviseur voor het Dignitatis Humanae Institute, een pro-life denktank gevestigd in Rome.

In 2013 en 2014 zorgde hij voor effectieve mediacoördinatie voor drie grote internationale conferenties in Rome. Hij is nu voltijds Rome-correspondent voor het National Catholic Register en levert regelmatig bijdragen aan programma’s van EWTN.

Edward heeft een BA in internationale betrekkingen en een Master in toegepaste theologie. Hij heeft ook een diploma journalistiek en een professionele opleiding in de kunst van het schrijven van toespraken.

Volg hem op Twitter op @edwardpentin.

Bron: Cardinals Send ‘Dubia’ to Pope Francis Ahead of Synod on Synodality| National Catholic Register (ncregister.com)

Vertaling: EWTN Lage Landen (AV)

 


Wilt u meer lezen of zien van de vermaarde katholieke Journalist ‘Edward Pentin‘ ? Klik dan hier.

Wilt u meer lezen over of zien van de apostolische brief ‘Ordinatio Sacerdotalis‘ ? Klik dan hier of gebruik één van de andere ‘tags’ boven- of onderaan dit artikel. 

Wilt u meer lezen of horen over de ‘Hervormingsagenda van Paus Franciscus’? Klik dan hier , Of gebruik de zoekfunctie achter het vergrootglas, rechts bovenaan deze pagina

 

231003 | [XLS000] | 221122 post views 289 |  

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel