Het interview werd uitgezonden in het programma ‘Vaticano’ van EWTN op zondag 27 november.
Door Hannah Brockhaus; Wereld; 27 november 2022
Christenen in het Westen moeten religieuze vrijheid en vrije uitoefening van godsdienstige praktijken niet als vanzelfsprekend beschouwen, zei kardinaal Robert Sarah in een recent interview met EWTN News.
“Bedreigingen tegen religieuze vrijheid nemen vele vormen aan. Talloze martelaren blijven wereldwijd sterven voor het geloof,” zei de 77-jarige kardinaal Sarah. “Maar ook in het Westen wordt de religieuze vrijheid bedreigd.”
“Het is vaak geen openlijke bedreiging, of haat tegen het geloof,” voegde hij eraan toe, maar een “impliciete vooringenomenheid tegenover het christendom.”
In het interview, dat op zondag 27 november om 18.00 uur werd uitgezonden op het programma Vaticano van EWTN, wees de Guinese kardinaal op het boek Exodus, dat verhaalt over de 10 plagen, het vertrek van de Hebreeërs en de vernietiging van Egypte. Deze gebeurtenissen vonden plaats, zei hij, “opdat Gods volk de vrijheid zou hebben om Hem op de juiste wijze te aanbidden”.
“Religieuze vrijheid mag niet als vanzelfsprekend worden beschouwd, of gecompromitteerd of verwaarloosd.”
Kardinaal Sarah sprak eerder deze maand met EWTN News over zijn nieuwste boek, Catechism of the Spiritual Life, dat in oktober door EWTN Publishing in het Engels is gepubliceerd.
Het zevende boek van de kardinaal is een diepgaande beschouwing over de zeven sacramenten van de Katholieke Kerk en hoe vooruitgang te boeken in het geestelijk leven.
Een van de centrale thema’s van het boek is het belang van de Mis en de Eucharistie.
“We moeten samenkomen voor de Heilige Mis en om Onze Heer te ontvangen in de Eucharistie,” zei kardinaal Sarah tijdens het interview, dat een uur duurde, in Rome.
Hij bekritiseerde wat hij noemde de brede acceptatie van “draconische beperkingen” op het bijwonen van de mis tijdens de COVID-19 pandemie.
“We mogen dit niet vergeten: de Eucharistie is de bron en het hoogtepunt van een christelijk leven,” benadrukte hij.
“Aanpassing”, vervolgde hij, “is soms noodzakelijk. We zullen met meer pandemieën en andere noodsituaties te maken krijgen, en er zal worden gediscussieerd over hoe we dit het beste kunnen aanpakken in relatie tot de viering van de eucharistie. Dat is goed. Liberale democratie vereist debat, maar nooit mag het belang van onze aanbidding van God in de loop van het debat worden vergeten of verwaarloosd. De liberale democratie mag God niet vergeten.”
Kardinaal Sarah was prefect van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten van november 2014 tot februari 2021, toen paus Franciscus zijn ontslag aanvaardde.
De kardinaal had zijn ontslag ingediend bij de paus toen hij 75 werd in juni 2020, zoals de kerkelijke normen voorschrijven.
Als hoofd van de afdeling liturgie was kardinaal Sarah de hoogste Afrikaanse prelaat aan het Vaticaan, waar hij sinds 2001 belangrijke functies had bekleed.
Kardinaal Sarah zei dat zijn boek bijzondere aandacht besteedt aan de sacramenten, gebed en het kruis.
“Een christelijk leven,” zei hij, “moet gebouwd worden op drie pijlers: crux, hostia en virgo, het kruis, de hostie en de maagd Maria. Dat zijn de drie pijlers waarop je een christelijk leven moet bouwen.”
De kardinaal zei dat zijn prefectschap van het Vaticaanse bureau voor de eredienst hem echt duidelijk heeft gemaakt hoe belangrijk het is dat de liturgie een groots en uniek moment is “om God van aangezicht tot aangezicht te ontmoeten en door hem te worden omgevormd tot een kind van God en een ware aanbidder van God”.
“De liturgie,” voegde hij eraan toe, “moet mooi zijn, heilig en stil.”
Hij waarschuwde ervoor de mis niet te veranderen in een “spektakel” of gewoon een bijeenkomst van vrienden, waardoor de aandacht wordt afgeleid van de aanbidding van God.
“Ik zal aanmoedigen dat de liturgie steeds heiliger wordt, steeds heiliger, steeds stiller, omdat God stil is, en wij God ontmoeten in stilte, in aanbidding,” zei hij. “Ik denk dat de vorming van het volk van God tot de liturgie heel belangrijk is. We kunnen mensen de schoonheid tonen, eerbiedig zijn en zwijgen in de liturgie, waarin onze ontmoeting met Christus wordt verdiept.”
Kardinaal Sarah prees ook de stille eucharistische aanbidding als een kans om Christus te ontmoeten op een manier die “ons leven echt kan veranderen.”
In zijn commentaar op de moderne samenleving zei de kardinaal: “God is vergeten”.
“We leven allemaal alsof God niet bestaat. Overal heerst verwarring. Te veel mensen willen ons leven, de zin van ons leven, reduceren tot absoluut individualisme en het najagen van vluchtig genot.”
Christenen, zei hij, moeten reageren door terug te keren naar de basis van het geloof.
“We moeten ons terugtrekken uit de wereld, ons terugtrekken in de woestijn, waar we de grondbeginselen opnieuw kunnen leren, de basisuitgangspunten: monotheïsme, de openbaring van Jezus Christus, wij en God, zijn woord, onze zonde, onze afhankelijkheid en ons nodig hebben van zijn barmhartigheid,” zei hij.
Kardinaal Sarah zei dat God door zijn Kerk en de sacramenten “ons leidt naar een steeds diepere relatie met hem. En we hebben het allemaal nodig om opnieuw kennis te maken met zijn diepe gave, die zijn liefde is.”
Het geloof in de werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie, zei hij, is een van de fundamentele overtuigingen van de Kerk, zonder welke “zij de zin van haar bestaan verliest”.
“De Kerk is geen sociale organisatie om de problemen van migratie of armoede op te lossen,” vervolgde hij. “De Kerk heeft een goddelijk doel: de wereld redden.”
“Als Christus niet in de Kerk woont, tastbaar, zichtbaar, sacramenteel, welk goed nieuws hebben we de wereld dan te bieden? Wat is de betekenis van evangelisatie?” zei hij. “Wanneer christenen vergeten waarom ze christen zijn, moet de gemeenschap in verval raken. Ze vergeten het evangelie en verliezen hun doel uit het oog.”
Kardinaal Sarah zei dat de geestelijke oorlogsvoering nog steeds dezelfde is als altijd, ook al zijn veel bisschoppen en priesters opgehouden katholieken aan de realiteit ervan te herinneren. Ons wapen in deze oorlog, legde hij uit, is het woord van God.
Het is nodig “ons elke dag tot God te wenden, niet alleen voor troost bij wereldse tegenslagen, maar omdat wij in de kosmische strijd volledig van Hem afhankelijk zijn. We zijn allemaal in oorlog, of we dat nu erkennen of niet. Het is goed dat we ons daar allemaal bewust van worden en er elke dag voor zorgen dat we aan de kant van God strijden”, zei hij.
Zijn laatste boek, Catechismus van het Geestelijk Leven, zei kardinaal Sarah, is bedoeld als antwoord op de “verwarring van deze tijd, buiten en zelfs binnen de Kerk”.
“Ik zag een behoefte aan een weergave van enkele beschouwingen over onze voortgang in ons geestelijk leven: vooruitgang in onze persoonlijke en intieme relatie met Jezus Christus.”
Hij voegde eraan toe dat hij hoopt dat zijn boek beantwoordt aan “een diepe behoefte van onze tijd.”
“Ieder van ons moet er voortdurend naar streven dichter bij Jezus Christus te komen, terug te keren naar zijn woord en naar de eenvoud van het geloof in zijn zelfopenbaring. Het is de eenvoud van de woestijn, van de erkenning van onze afhankelijkheid van God, en de ontmoeting met hem en de gave van zijn liefde en zijn genade, waardoor hij ons tot zichzelf vormt,” zei hij.
“Daarom heb ik besloten de Catechismus van het Geestelijk Leven te schrijven.”
Keywoorden: Catechismus van het geestelijk leven | EWTN Vaticano | Exodus | Gave van de eucharistische aanbidding | Geestelijk leven | Godsdienstvrijheid | H.Eucharistie | H.Liturgie | Hannah Brockhaus | Kardinaal Robert Sarah | NCRegister | Sacramenten | Stilte | Troost | Woestijn|
Wilt u meer stukken lezen over de ‘Gave van de eucharistische aanbidding‘? Klik dan hier, of gebruik één van de andere ‘tags’ boven aan dit artikel of gebruik de zoekfunctie van de website, door rechtsboven op het vergrootglas te klikken
