
28 augustus 2025 – St. Augustinus van Hippo. Foto: Cathopic
CNA Pers, 28 aug 2025 / 04:00 uur (CNA).
De Katholieke Kerk eert op 28 augustus St. Augustinus van Hippo, een vroege Kerkvader, kerkvader en fundamenteel theoloog.
Augustinus werd in zijn vroege jeugd als christen opgevoed, maar verwijderde zich van de Kerk, kreeg een kind buiten het huwelijk en verviel in de ketterij van het manicheïsme. Zijn moeder, Monica, een vrouw van diep geloof die later zelf werd heilig verklaard, stopte nooit met bidden voor zijn terugkeer naar de Kerk.
Van de meer dan 5 miljoen woorden die St. Augustinus tijdens zijn leven schreef (n.Chr. 354–430), hebben zijn “Belijdenissen” een bijzonder blijvende invloed gehad als filosofisch, theologisch, mystiek en literair werk. Geschreven rond 400 n.Chr. beschrijven de “Belijdenissen” hoe God werkte in Augustinus’ leven en lezen ze niet alleen als een verhaal, maar ook als een gebed.
Hier zijn vijf krachtige citaten uit St. Augustinus’ “Belijdenissen”:
- “Gij hebt ons gemaakt voor U, o Heer, en ons hart rusteloos totdat het rust vindt in U” (Boek I).
- “Ik kwam in Carthago, waar om mij heen in mijn oren een ketel van onheilige liefdes zong. Ik hield nog niet van, maar ik hield ervan om lief te hebben, en uit een diepgeworteld verlangen haatte ik mijzelf omdat ik niet verlangde … Want binnenin mij was een hongersnood naar dat innerlijke voedsel, Uzelf, mijn God” (Boek III).
- “Maar wat ben ik voor mijzelf zonder U dan een gids naar mijn eigen ondergang?” (Boek IV).
- “Ik wierp mijzelf neer, ik weet niet hoe, onder een bepaalde vijgenboom, gaf mijn tranen vrij baan; en de vloedgolven van mijn ogen spuwden een aanvaardbare offergave voor U uit” (Boek VIII).
- “Laat heb ik U liefgehad, o Schoonheid, eeuwig oud, eeuwig nieuw, laat heb ik U liefgehad! Gij waart binnen in mij, maar ik was buiten, en daar zocht ik U. In mijn onlieflijkheid stortte ik mij op de mooie dingen die Gij gemaakt hebt. Gij waart bij mij, maar ik was niet bij U. Geschapen dingen hielden mij van U weg; toch als zij niet in U waren geweest, zouden zij helemaal niet bestaan hebben. Gij riep, Gij schreeuwde en doorbrak mijn doofheid. Gij flitste, Gij straalde en verdreef mijn blindheid. Gij blies uw geur in mij; ik haalde adem en nu hijg ik naar U. Ik heb U geproefd, nu heb ik honger en dorst naar meer. Gij raakte mij aan, en ik brandde om Uw vrede” (Boek X).
Dit verhaal werd voor het eerst gepubliceerd op 28 augustus 2024 en is bijgewerkt.
Gerelateerd