9 juli 2025 – Hoofdkwartier van de United States Conference of Catholic Bishops in Washington, D.C. / Foto: Farragutful
Washington, D.C. Nieuwsredactie, 9 jul. 2025 / 18:25 (CNA).
De United States Conference of Catholic Bishops (USCCB) heeft bevestigd dat de Katholieke Kerk geen politieke kandidaten voor publieke ambten zal steunen bij verkiezingen, ondanks een wijziging in de belastingwet die de deur heeft geopend voor gebedshuizen om dergelijke steun te geven.
Op 7 juli ondertekende de Internal Revenue Service (IRS) een gerechtelijke overeenkomst om kerken en andere gebedshuizen toe te staan kandidaten te steunen zonder hun belastingvrije status te riskeren. Dit keerde een zeventig jaar oud verbod om dat was ingesteld op basis van de interpretatie van de IRS van de ‘Johnson Amendment’, die non-profitorganisaties in deze belastinggroep verbiedt om zich bezig te houden met politieke campagnes.
De directeur Publieke Zaken van de USCCB, Chieko Noguchi, publiceerde deze week een verklaring waarin zij aankondigde dat de Katholieke Kerk geen politieke kandidaten zal steunen, zelfs als de belastingwet dit toestaat.
“De IRS behandelde een specifieke zaak, en dit verandert niet de manier waarop de Katholieke Kerk deelneemt aan het publieke debat,” zei Noguchi.
“De Kerk wil katholieken helpen hun geweten te vormen aan het Evangelie zodat zij kunnen onderscheiden welke kandidaten en beleidsmaatregelen het algemeen belang bevorderen,” voegde ze toe. “De Katholieke Kerk blijft bij haar standpunt om geen politieke kandidaten te steunen of te bestrijden.”
Noguchi vertelde aan CNA dat als een individueel lid van de geestelijkheid een kandidaat zou steunen, “dit het beste een zaak is die door de plaatselijke bisschop wordt behandeld.”
Christopher Check, voorzitter van Catholic Answers, zei tegen CNA dat de beslissing van de USCCB om steun te vermijden “een wijze keuze is voor onze tijd en plaats.”
“De Kerk is niet een van verschillende politieke organisaties of NGO’s [niet-gouvernementele organisaties] die strijden om de publieke opinie op cultureel en maatschappelijk gebied,” voegde Check toe. “Zij is de primaire en goddelijke instelling waaronder al die publieke activiteit moet worden begrepen.”
Check wees erop dat het vermijden van steun overeenkomt met de 1983 Code van Canoniek Recht, waarin hij uitlegde dat “[de geestelijkheid wordt verboden zich actief te mengen in politieke partijen behalve in gevallen waarin de rechten van de Kerk worden bedreigd of de ‘bevordering van het algemeen belang dit vereist,’ en dan alleen in het oordeel van ‘bevoegde kerkelijke autoriteit.’”
Er zijn historisch gezien situaties geweest waarin geestelijken terecht deelnamen aan politieke campagnes, zoals toen marxistische partijen in sommige landen probeerden “de Kerk uit te roeien,” volgens Check. Tegelijk waarschuwde hij dat er ook momenten waren waarop geestelijken “de gelovigen hebben misleid” door zich in campagnes te mengen.
“Tegenwoordig bieden geen van beide politieke partijen in de Verenigde Staten een platform dat een ware thuisbasis zou vormen voor trouwe katholieken,” zei Check. “Daarom is de verplichting voor de geestelijkheid en de bisschoppen om het geweten van de gelovigen juist te vormen bijzonder cruciaal. Het is in dit domein dat de Kerk, die in zekere zin boven partijdige politiek staat, geroepen is om te handelen.”
Susan Hanssen, hoogleraar geschiedenis aan de University of Dallas (een katholieke instelling), vertelde aan CNA dat zij de IRS-beleidslijn om kerken niet te straffen voor politieke aanbevelingen “wijs” vindt, maar zij zei dat de toezegging van de USCCB om geen kandidaten te steunen “ook verstandig” is.
“Het IRS-beleid is wijs om religieuze leiders ruime ruimte te geven om leiding te bieden, zelfs over politieke zaken die het morele en culturele klimaat kunnen vormen waarin het religieuze leven plaatsvindt,” zei Hanssen.
Hanssen voegde toe dat de kerkleiding en de geestelijkheid nog steeds uitgesproken kunnen zijn over politieke kwesties die de leer van de Kerk raken en dat zij “duidelijke handelingsprincipes moeten geven” maar dat “het de morele verantwoordelijkheid is van de gelovigen om die principes mogelijk toe te passen.”
Ze zei verder dat geestelijken ook katholieke politici moeten helpen corrigeren waarvan het beleid niet in overeenstemming is met “de beginselen van de natuurlijke wet, bijvoorbeeld met betrekking tot abortus, ouderlijke rechten over de opleiding en medische zorg van hun kinderen, euthanasie en het homohuwelijk.”
“Dus hun handelen zou passend pastoraal zijn, in plaats van politiek — een zorg voor zielen,” zei Hanssen.
Ryan Tucker, senior juridisch adviseur van Alliance Defending Freedom, vertelde aan CNA dat de beslissing van de IRS nog steeds impact kan hebben op kerken die geen kandidaten steunen, en zei dat die entiteiten een “grondwettelijk recht hebben om vrijuit te spreken” en dat de wijziging van de IRS ervoor zorgt dat “ze dit nu gedurfder kunnen doen.”
“De overheid zou een kerk niet mogen bedreigen met financiële sancties op basis van een eis dat de kerk zichzelf moet censureren en haar grondwettelijk beschermde vrijheid moet opgeven,” zei hij. “Predikanten en geestelijken zijn sinds het begin betrokken geweest bij zaken die hun kerkgemeenschap raken.”
