Het is een prachtige tijd om christen te zijn in Hongarije’, zegt vooraanstaande dominicaanse non. @NCRegister @Solena_Tad

HomeNCRegisterHet is een prachtige tijd om christen te zijn in Hongarije', zegt...

Zuster Laura Baritz, een leidende katholieke figuur in Hongarije die een succesvolle carrière bij Pepsi achterliet om het religieuze leven te omarmen, bespreekt de situatie van christenen in haar land en haar missie om meer mensgerichte economische systemen te bevorderen.

Solène Tadié’Interviews; 18 april 2023

Zuster Laura Baritz is een van de bekendste vrouwelijke figuren op het Hongaarse religieuze toneel. Ze wordt vaak liefkozend “Zuster Pepsi” genoemd vanwege haar a-typische achtergrond. Voordat ze het religieuze leven omarmde, had de dominicaanse non namelijk een leidinggevende functie bij het Amerikaanse bedrijf PepsiCo in Hongarije.

Haar roeping bloeide op na een levensveranderende ontmoeting met Christus bij de dood van haar moeder, zoals ze vertelt in dit interview met het Register.

Maar zuster Laura is vooral bekend vanwege het creëren van het postdoctorale academische programma KETEG (Christelijke Sociale Beginselen in Economische Wetenschappen), dat economische wetenschappen en theologie samenbrengt en is geïntegreerd in het curriculum van verschillende universiteiten en andere prestigieuze onderwijsinstellingen in Hongarije, waaronder het Sapientia College of Theology, Corvinus University of Budapest, St. Ignatius Jesuit College, National Bank of Hungary en de National University of Public Service. Het programma leverde haar in 2017 een eerste prijs op van de Ratzinger Stichting en in 2021 de Prijs van Europese Burgers, toegekend door het Europees Parlement.

Deze voorvechtster van mensgerichte economische systemen levert regelmatig haar analyses in de Hongaarse nationale media en heeft zich ook gevestigd als tussenpersoon tussen de politieke stromingen in haar land, met name door deel te nemen aan openbare debatten waarin verschillende persoonlijkheden samen worden gebracht. Zij sprak met het Register in de aanloop naar de komende reis van paus Franciscus naar Hongarije van 28-30 april.

We zijn slechts een paar dagen verwijderd van het bezoek van de paus aan Hongarije. Wat zijn uw persoonlijke verwachtingen?

Mijn wens is dat de buitenlandse media op een andere manier naar Hongarije kijken. De algemene internationale opinie over ons is slecht en het grootste deel van de tijd gebaseerd op onjuiste informatie en vooroordelen. Ik hoop dat de media bij dit pauselijk bezoek, dat langer zal duren dan het Eucharistisch Congres in 2021, meer tijd zullen nemen om zich echt in de realiteit van ons land te verdiepen. En de paus zelf zou er een positieve boodschap over kunnen verspreiden.

Hongarije is op dit moment zo’n veilige plek voor christenen. Het is een prachtige tijd om Christen te zijn in Hongarije; de omstandigheden zijn optimaal voor de Kerk om de boodschap van het evangelie te verspreiden.

Waarom denkt u dat?

Ik denk dat de katholieke kerk in Hongarije solide is en veel uitstekende bisschoppen heeft, priesters die de traditionele katholieke opvattingen verdedigen en streven naar het onderhouden van een oecumenische band met andere kerken.

Onze premier spreekt in het openbaar over christelijke waarden, zelfs in het Europees Parlement, en onze fundamentele wetten inzake gezin en huwelijk tonen aan dat het christendom het kompas van onze samenleving blijft. Godsdienst- en ethieklessen blijven verplicht op scholen, zelfs op openbare scholen.

En als ik in mijn dominicaanse habijt door de straten van Hongarije loop, begroeten de meeste mensen mij vriendelijk, komen op mij af en stellen mij vragen. In het openbaar vervoer benaderen veel jongeren mij of bieden mij hun plaats aan. Ik word uitgenodigd om voor een breed publiek over mijn KETEG-programma te spreken.

Bovendien toont ons nationale programma “Hongarije helpt”, dat tot doel heeft christenen in nood over de hele wereld te helpen, de bijzondere zorg van ons land voor de toekomst van het christendom.

Denkt u dat de vooroordelen die u noemt over uw land in het Westen het gevolg zijn van een groeiende afwijzing van de christelijke cultuur en waarden?

Inderdaad. Ik zie dat de media veel desinformatie verspreiden en in plaats daarvan de belangen verdedigen van kleine kringen die de christelijke waarden verachten. Het is een culturele en politieke oorlog die vaak niet op een eerlijke manier wordt uitgevochten.

Wat bracht u ertoe uw succesvolle carrière bij Pepsi achter te laten om het dominicaanse leven te omarmen?

Ik werkte vijf tot zes jaar voor Pepsi Cola, van 1988 tot 1994. Ik woonde alleen met mijn moeder, omdat mijn vader stierf toen ik 22 jaar oud was. Ik was een zakenvrouw; ik was sales operation manager, en ik reisde veel. In 1992 werd mijn moeder ziek, er werd botkanker bij haar geconstateerd, en de dokter zei dat ze nog één jaar te leven had. Ik besloot dat ik mijn hele leven aan haar zou wijden en haar alle liefde zou geven die zij mij haar hele leven had gegeven. Ik wilde mijn leven veranderen. Ik nam haar mee naar de VS, New York, toen Pepsi me daarheen stuurde voor een training. In die periode begon mijn geloof zich te verdiepen. Ik voelde me steeds dichter bij Jezus. Ik bad meer, had een veel actiever geloofsleven.

Het moment dat mijn moeder stierf was eigenlijk een levensveranderende ervaring. Ik was bij haar, ik hield haar in mijn armen, en toen het licht uit haar ogen verdween, voelde ik echt dat Jezus haar uit mijn armen naar de zijne nam. Ze was bij Hem.

Daarna was ik niet meer dezelfde. Ik zocht niet meer dezelfde dingen; wilde materialistische en vluchtige dingen vermijden. Ik wilde Christus en zijn wil volgen. Ik had een zeer goede dominicaanse vriend(in) die me introduceerde bij de orde. Zij werden mijn geestelijke leiders. Ik voelde me erg verbonden met deze orde. Ik bezocht een dominicaans klooster in Hongarije, en ik voelde me er thuis. Het was een teken van Jezus dat dit mijn plek was. Ik trad in het klooster net een jaar nadat mijn moeder stierf. Jezus nam mijn leven in zijn handen.

Wanneer begon u uw zakelijke en economische vaardigheden te gebruiken in dienst van uw missie?

Ik hield vooral van de dominicaanse orde vanwege de intellectuele dimensie, die veel studie in theologie en filosofie inhield. Ik heb jarenlang theologie en ethiek gestudeerd. In 2001 namen mijn oversten me mee naar Rome. Daar ontmoette ik zuster Helen Alford, een Engelse dominicaanse en econome die toen decaan was van de faculteit sociale wetenschappen van de Pauselijke Universiteit Angelicum. Tijdens onze ontmoeting vertelde ik haar dat ik vroeger ook econoom was, maar dat ik me van deze discipline had gedistantieerd toen ik non werd. Zij zei dat de beste combinatie in het leven eigenlijk economie en religie is, economie en theologie. Ze zei dat ze me dat zou bewijzen, en ze nam me mee naar een conferentie in Bilbao, waar de sprekers zowel economen als theologen waren. Dat was opnieuw een grote levensveranderende ervaring.

Terug in Hongarije verdiepte ik mijn kennis over de sociale leer van de Kerk m.b.t. economische zaken en voelde me er echt toe aangetrokken. Toen heb ik het boek Managing as if Faith Mattered van zuster Alford en Michael Naughton in het Hongaars laten vertalen. En ik zette de samenwerking met hen en een Hongaarse groep deskundigen voort, die dezelfde benadering van economische wetenschap ontwikkelde op basis van de sociale leer van de Kerk. Ik heb ook een promotie-onderzoek gedaan dat ik in 2014 heb afgerond. Mijn proefschrift werd gepubliceerd onder de titel “The Three-Dimensional Economy.”

Startte u toen KETEG?

Ik ben ermee begonnen in 2010, om een meer omvattende benadering van economie over te brengen. Ik dacht aan een programma gebaseerd op het Angelicum-programma, maar aangepast aan een Hongaars publiek. Voor mij is de beste manier om ethische economie te onderwijzen met behulp van drie verschillende “blokken” van vakken. We onderwijzen theologie en filosofie in één blok, sociale wetenschappen in een ander blok, en economie binnen een mensgerichte benadering als basisblok.

Het Sapientia College of Theology in Hongarije heeft er vanaf 2010 een officiële cursus van gemaakt. In 2017 won ik er een eerste prijs voor van de Ratzinger Stichting en van de Universiteit van Francesco de Vittoria in Madrid, samen met de Loyola Universiteit in Chicago. In 2021 ontving ik de Prijs van Europese Burgers van het Europees Parlement. Sinds 2010 verspreidt dit onderwijs van KETEG zich; we bieden KETEG-vakken aan op meer universiteiten en instellingen in Hongarije, en de Stichting KETEG organiseert veel openbare evenementen ter ondersteuning van het onderwijs en is ook actief op het internet.

Onze cursus zit altijd vol. Onze economische benadering – wat wij onderwijzen – spreekt de mensen erg aan. Het biedt een zeldzaam perspectief op het leven. Onlangs vond een jongeman die onze cursus volgde voor het eerst Christus door onze economische benadering, waarna hij zich liet dopen. Een andere cursist gaf na de cursus zijn baan op omdat hij besefte dat zijn omgeving corrupt was, en hij begon zijn eigen bedrijf om beter te kunnen bijdragen aan het algemeen welzijn.

Hoe zou u uw persoonlijke benadering van de economie samenvatten?

Mijn hele aanpak is gebaseerd op het wederkerigheidsbeginsel. Adam Smith, de vader van de utilitaire economie, zegt dat het motto van economische activiteit, de drijvende kracht erachter, eigenbelang is. Ik ben meer een leerling van de Italiaanse econoom Stefano Zamagni, voormalig voorzitter van de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen en economisch adviseur van paus Franciscus. Hij trekt niet in twijfel dat de economische wereld gebaseerd is op eigenbelang; hij ontwikkelt alleen theorieën die ervan uitgaan dat men bij het nastreven van het eigen belang ook gaandeweg de belangen van anderen kan betrekken. Het is een sleutelelement voor een betere samenwerking in samenlevingen. Het idee van wederkerigheid omvat de mogelijkheid van een gift, via een wederzijdse verbinding. Het leidt tot een ander paradigma dan dat van de loutere uitruil. Een goed ontwikkeld en begrepen wederkerigheidsparadigma kan de wereld ten goede veranderen.

Ik neem aan, dat de huidige economische context u een mogelijkheid biedt om meer mensen te raken met uw speciale aanpak.

Ik word regelmatig geïnterviewd, zelfs in seculiere tv-programma’s, om bankfaillissementen, inflatie enz. te bespreken en wat een christelijk antwoord daarop zou kunnen zijn.

Ik denk dat we te ver zijn gegaan met de utilitaire benadering, en dat het tijd is om de menselijke persoon weer centraal te stellen in deze economische en financiële wereld. Het belangrijkste is om zonder angst de waarheid te vertellen en te praten over ethiek, over geloof; om de mentaliteit van mensen op orde te brengen. Mijn droom is om de 10% van degenen die 90% van de materiële middelen van de wereld bezitten te bekeren.

Pleit u alleen voor een bekering van harten of ook voor een meer herverdelend systeem?

Het is belangrijk om mijn gedachte daarover te preciseren. Privébezit is niet iets slechts, volgens de kerkelijke leer. Thomas van Aquino zegt dat het bij de menselijke natuur past om privébezit te hebben. Omdat het eenvoudiger is om je eigen stuk land te bewerken dan dat van anderen, zul je er beter voor zorgen. Maar als je extra geld haalt uit je bezit nadat je al je werkelijke behoeften hebt gedekt, en eerlijke reserves hebt aangelegd, is het een morele plicht om de gemeenschap te helpen ondersteunen. Zo zouden de rijken zich moeten gedragen. Veel ondernemers en zakenlieden doen dat al, maar we zouden meer van hen moeten evangeliseren om hen ertoe aan te zetten bij te dragen aan het algemeen welzijn. De sociale leer van de Kerk is zeer rijk: We hebben meer dan 13 pauselijke encyclieken waarvan de inhoud zo verhelderend is. Als christenen moeten we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen er toegang toe hebben en erdoor geïnspireerd worden.

In mijn doctoraalscriptie heb ik wiskundig onderzoek gedaan om de stellingen van Thomas van Aquino, enkele filosofische en theologische waarheden, wetenschappelijk te bewijzen. Het is een goede boodschap aan atheïstische mensen.

Solène Tadié – NCRegister   

Solène Tadié is de Europa-correspondent voor het National Catholic Register. Ze is Frans-Zwitsers en groeide op in Parijs. Na haar afstuderen aan de universiteit van Roma III met een graad in journalistiek, begon ze met verslaggeving over Rome en het Vaticaan voor Aleteia. In 2015 ging ze deel uitmaken van L’Osservatore Romano, waar ze achtereenvolgens werkte voor de Franse sectie en de culturele pagina’s van het Italiaanse dagblad. Ze heeft ook samengewerkt met verschillende Franstalige katholieke media-organisaties. Solène heeft een bachelordiploma filosofie van de Pauselijke Universiteit van Sint Thomas van Aquino, en vertaalde onlangs in het Frans (voor Editions Salvator) Defending the Free Market: The Moral Case for a Free Economy van father Robert Sirico van het Acton Institute. Solène is op twitter te volgen onder @Solena_Tad

 

Bron: ‘It Is a Wonderful Time to Be Christians in Hungary,’ Says Prominent Dominican Nun| National Catholic Register (ncregister.com)

 


Wilt u meer vertaalde artikelen lezen van de katholieke journaliste  ‘Solène Tadié‘? Klik dan hier.

Wilt u meer artikelen over thema’s zoals bijvoorbeeld ‘Pausreis Hongarije 2023′‘? Klik dan hier, of gebruik één van de andere ‘tags’ boven- of onderaan dit artikel of gebruik de zoekfunctie van de website (het vergrootglas rechtsboven aan de pagina) 


 

Overige keywoorden naast ‘tags’: Dominicanen |


230320 | [XLS000] 240707 544 | 

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel