Fiducia Supplicans – Controverse? Welke controverse? (5) @Pater Elias

HomeEens geschreven blijft gegevenFiducia Supplicans - Controverse? Welke controverse? (5) @Pater Elias

Thuisvaart in de ark van de traditie (5): Controverse? Welke controverse? @Pater Elias

Thuisvaart in de ark van traditie

Pater Elias Leyds c.s.j. Oisterwijk 30 December 2023 

Het is onvermijdelijk dat wie van de Kerk houdt vandaag sprakeloos om zich heen kijkt. Is dit de Kerk waarvan we geloven dat ze door de verrezen Mensenzoon zelf gesticht is en beschermd wordt, om haar te laten delen in Zijn overwinning? De verwarring en de verdeeldheid zijn groot, maar het meest verbijsterend van deze onduidelijkheid is het feit dat de top, dat wil zeggen het leergezag en het pontificaat, er geen oog voor heeft, misschien wel mee instemt, of er zelfs debet aan is. Is Christus nog wel het Hoofd van de kerk?

Zo heeft ook het recent uitgebrachte document Fiducia supplicans zeer uiteenlopende reacties opgeroepen. Het heeft voorheen afwachtende autoriteiten, die zich in loyaal stilzwijgen hulden, tot openbare uitspraken gedwongen. Maar ook wie geen autoriteit is blijft met vragen zitten. Wat is er nou wel en wat niet toegestaan? Wat is een zegening eigenlijk, als het gaat om een niet-ritueel ritueel? Heeft het woord zegening nog enige betekenis? Er heeft nog niemand stilgestaan bij de bizarre bewering, dat God een moeder is. De schrijver schaft aldus de facto alle mysteriën af die met Onze Lieve Vrouwe te maken hebben. Het moederschap in God wordt immers geopenbaard door het verblijf van God in een moeder, die onder schepselen is uitverkoren en moeder van God mag worden genoemd. God is geen moeder, zelfs niet van zichzelf, maar geeft een moeder aan zijn Zoon, zodat Hij in de menswording alles van haar kan ontvangen. Waar in de Bijbel wordt God moeder genoemd of door de Mensenzoon als moeder aangesproken i.p.v. als ‘abba’, vader? Zelfs anti-mariale maar bijbelgetrouwe protestanten zullen zich achter de oren krabben.

Onder gelovigen die aan de traditie hechten en deze ook kennen, wordt vertwijfeld onderzocht, of er ooit een gelijksoortige crisis is geweest in de geschiedenis van de Kerk. Die vraag is zinvol. In de geschiedenis van controverses die overwonnen zijn vinden we voorbeelden, die deel uitmaken van de levende traditie en relevant zijn voor ons vandaag. Ze getuigen van het geloof dat overwint en van de waarheid die vrijmaakt. Dit kan onze hoop sterken. Als we echter teruggaan in de tijd, lijkt zo op het eerste gezicht de huidige crisis geen enkel precedent te kennen. Nog nooit konden twijfel, tweeslachtigheid en verwarring zo veel verdeeldheid zaaien, omdat ze op zijn minst van hogerop werden toegelaten, of misschien zelfs werden gestimuleerd om te kunnen heersen.

Wanneer we zoeken naar, laten we zeggen, de wat minder florissante pontificaten, heeft de renaissance veel te bieden. Er zijn toen pausen geweest wier tijd hoofdzakelijk werd besteed aan wereldse zaken, zoals kunst en cultuur, en daarbij werden de evangelische raden van armoede en kuisheid vaak op verrassend liberale manier geïnterpreteerd. Er zijn pausen die kinderen hadden, die zelfs belangrijke posities in de Kerk verkregen. Maar ondanks belangenverstrengeling en twijfelachtige morele praktijken van pausen uit die tijd is het leergezag principieel en coherent gebleven.  De eenvoudige duidelijkheid van de leer is nooit in gevaar gekomen en wie van dit licht wilde leven om een heilige te worden, die kon dat. 

Wat waren in die tijd de alternatieven voor iemand die vanwege het persoonlijke leven van autoriteiten zijn heil elders wilde zoeken, met desnoods een iets minder duidelijke of enigszins afwijkende waarheid? Het blijkt dat er niet zo veel betere alternatieven waren. De correspondentie van Maarten Luther getuigt ervan, dat zijn sensualiteit niet onderdeed voor de wellust van de meest corrupte Roomse geestelijken. Later in zijn leven zwaait de slinger door naar het andere uiterste van menselijke passie, de agressie. Luther gaat woedend tekeer tegen de Joden en zijn antisemitische tirades zijn ongeschikt voor een nietsvermoedend publiek. Voor Hendrik VIII van Engeland was het allemaal wat eenvoudiger. Wellust en wreedheid richtten zich op eenzelfde object, namelijk op de vrouwen die hem eerst wel, maar daarna niet meer behaagden. In eigen huishouding was de koning meester van leven en dood, hetgeen twee van zijn zes vrouwen met de dood moesten bekopen.

Het moet wel benadrukt worden, dat in protestantse en Anglicaanse gemeenschappen een afwijkend maar toch ook veelal authentiek geloof is blijven bestaan, met goede elementen uit de Latijnse Kerk waaruit ze waren voortgekomen. Gelukkig hoeven we een gemeenschap niet te beoordelen vanuit uitsluitend het morele leven van enkele leiders. Ook onze eigen katholieke Kerk niet.  Het gaat om de geloofsinhoud, de essentie van waarheden waar wij onze hoop op hebben gevestigd. Juist daarom is de situatie vandaag zo verbijsterend, omdat die waarheid door de autoriteiten wordt veronachtzaamd. Zelfs in de wufte tijden van de renaissance vinden we geen precedenten van wat ons vandaag overkomt, en dus ook geen voorbeelden van overwinnende heiligheid die onze hoop kunnen sterken.

We kunnen natuurlijk nog verder teruggaan in de tijd. Maar persoonlijk kom ik dan buiten het bereik van mijn voorstellings- en inlevingsvermogen. Tijdens het hoogtij van de middeleeuwen, oftewel de eeuwen van onderscheid, waren de levensomstandigheden dusdanig zwaar, dat ik instinctief sympathie voel voor iedereen die toen moest leven – voor gelovigen en ongelovigen, voor geloofsgetrouwen en ketters, voor beschaafden en barbaren, voor heersers en ondergeschikten. Datzelfde geldt ook voor het eerste millennium dat aan die tijd voorafging. Geen modern mens kan met gezond verstand beoordelen hoe hij in die tijd zou hebben geleefd met zo veel onzekerheden en risico’s.  Als ik dan mijn aandacht richt op de geloofsleer, dan zie ik wederom dat deze steeds duidelijk en coherent is geweest, ook al was de precisering van dogmatiek toen nog in ontwikkeling. En als er strijd is geweest over formuleringen, dan is de Geest van Waarheid duidelijk altijd actief en effectief aanwezig geweest. Er werd naar de objectieve goddelijke waarheid van de Openbaring gezocht in gehoorzaamheid, gebed en openheid.

Dit waren de eeuwen van de grote oecumenische concilies. Ook al hadden deze bijeenkomsten plaats rond Constantinopel, centrum van de seculiere stabiliteit die de Kerk beschermde, de pausen van Rome werden erkend als opvolgers van Petrus en speelden als zodanig een cruciale, oftewel beslissende, rol. Wat ook de moeilijkheden en menselijke beperkingen waren, de duidelijkheid die werd gevraagd, werd ook verschaft. We moeten daar onze voorouders in het geloof, welke plaats de voorzienigheid ze ook gegeven heeft, dankbaar voor zijn.

We vinden dus noch in het eerste, noch in het tweede millennium iets dat lijkt op de crisis waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Betekent dit dat onze zoektocht eindigt in een mislukking, en dat we vandaag volledig alleenstaan, als eerste gelovigen die iets dergelijks moeten meemaken? Nee … want uiteindelijk is er toch één enkele controverse die lijkt op de huidige, de allereerste ooit, en die draaide om de kwestie die de aanleiding gaf tot het eerste concilie ooit, in Jeruzalem, rond het jaar 49 AD. Dit wordt beschreven in het Nieuwe Testament, in hoofdstuk 15 van de Handelingen der Apostelen. In hoofdstuk 2 van zijn Brief aan de Galaten vertelt de heilige Paulus hoe een openlijk conflict tussen hem en de heilige Petrus voorafging aan het bijeenroepen van dat concilie.  Bij nadere bestudering blijkt dat deze oer-controverse relevant is voor onze situatie vandaag. Ze kan als voorbeeld dienen. En het oorspronkelijke aspect ervan betekent, voor ons, dat de huidige controverse wellicht iets ultiems betekent. Alfa en Omega raken elkaar.

De aanvaring tussen Petrus en Paulus moet indrukwekkend zijn geweest. Deze twee mannen hadden tegengestelde temperamenten en een overdosis aan talent, die soms een beetje te veel van het goede moet hebben geleken. Beiden waren op een aangepaste manier grondig door Christus gecorrigeerd, voordat hun actieve levens als geurige wierookoffers in dienst van de Kerk konden worden gesteld. Petrus was als een gulle uitsmijter, direct en ruig, altijd klaar om in te grijpen. Paulus was goed opgeleid, subtiel en meer vertrouwd met de wereld buiten Israël, maar ook af en toe behoorlijk onaangenaam. Op het eerste gezicht lijkt het een persoonlijke zaak tussen de twee. Echter niets is minder waar. De controverse is niet tussen Paulus en Petrus gerezen, maar tussen Paulus en de christelijke joden, en wel over de interpretatie van de oude Wet.

Inhoudelijk is de controverse een geschil over de toepassing van de Wet, tussen de farizeeër Paulus, en andere christenen met een farizese achtergrond. Zodra ze christenen waren geworden begonnen farizeeën, in plaats van met Christus, dus met elkaar te botsen. En zoals blijkt uit de ergernis van Paulus, had Petrus aanvankelijk geen zin om tussenbeide te komen en als arbiter op te treden. Petrus’ houding is begrijpelijk. Petrus was vaak teruggefloten en afgepoeierd door Jezus. Ook de herinnering aan zijn verloocheningen en zijn verstek laten gaan tijdens het lijden van Christus zal zijn autoritaire karaktertrekken flink hebben afgeremd. Uit liefde voor de Kerk moest hij door Paulus op zijn plaats gezet worden, dat wil zeggen op zijn zetel en leerstoel, om de duidelijkheid te geven die de gelovigen nodig hadden. Zo eenvoudig was het. Als het stof is neergedaald, stelt Petrus zijn eerste grote bestuursdaad: hij roept het Concilie van Jeruzalem bijeen. Vanaf dat moment kenmerkt duidelijkheid de Rots waarop de Heer zelf Petrus heeft neergezet, tegen wil en dank.

Hoewel de omstandigheden vandaag de dag heel anders zijn, is er wel sprake van een analogie. Zeker, door de vrijmoedigheid en de scherpe tong van Paulus weten we alles over de motivatie van Petrus om zich afzijdig te houden – hij was bang en wilde iedereen te vriend houden. Daarentegen kunnen we naar de motivatie van de huidige paus, om onduidelijkheid te laten bestaan, slechts gissen. Wel lijkt me, dat de onduidelijkheid nu niet uit angst voortkomt. Het zit dieper. De postmoderniteit wordt vandaag gekenmerkt door ‘deconstructie’, het ultieme ontmantelende ontdoen van betekenis, en deze geest heeft nu ook blijkbaar het leergezag van de kerk aangetast. Ik hoop daar in een volgend artikel voorzichtige aandacht aan te besteden. Maar allereerst moeten we accepteren, dat we uit liefde voor de Kerk van Christus, en ook uit liefde voor de opvolger van Petrus, niet onze plicht mogen verzaken. Dan kunnen we nu al inzien, hoe we moeten volharden in ons respect voor het ambt van Petrus en zijn instituut, dat door Christus zelf is ingesteld. Dat respect laten we het duidelijkst blijken door het Magisterium te bevragen, totdat er duidelijk antwoord wordt gegeven met woorden die een objectieve betekenis hebben. En hierin moeten we volharden, ook als vragen worden beschouwd als kritiek. Dat is niet ons probleem. Het verbod op vragen te stellen is het principe van een totalitair paradigma, niet van het Koninkrijk van God.

Het valt niet langer te ontkennen dat gedurende de laatste tien jaren van dit pontificaat steeds duidelijker een verdeeldheid van geesten zichtbaar is geworden, die weinig te maken heeft met ‘de onderscheiding der geesten’. Misschien bestond die verdeeldheid al langer, maar was ze niet zichtbaar aan de oppervlakte. Vooral degenen, die zich verre willen houden van de cultus van meningen en commentaren, bevinden zich in een lastige situatie. Ze bevinden zich bijna onopgemerkt in het midden, waar ze worden omringd door de zogenaamd gematigde leden van die cultus. Dat zijn de verheven, intellectuele neutralen, de zich aan zekerheden vastklampende middelmatigen en de narcisten, die het door hen gedefinieerde midden beschouwen als de spil waar het universum omheen draait. Met andere woorden, voor degenen die in stilte wijsheid zoeken is het midden niet echt gezellig. Ze zijn daar vreemde eenden in de bijt. Ze willen de uitersten niet minachten, vrezen of ontkennen, maar zuiveren en integreren. Ze voelen zich er zelfs toe aangetrokken. Ze zoeken immers de wijsheid, die aan alles zin geeft, zelfs aan de mysterieuze toestemmingen van God. Ongeordend, onnatuurlijk extremisme kan veranderd worden in liefhebbende en aanbiddende radicaliteit. Daarom verblijven vrienden van de wijsheid slechts een korte tijd in het midden, want zij zijn de enige zielen die echt op weg zijn naar de horizon van deze oppervlakkige en voorbijgaande wereld.

Zoals reeds eerder gezegd, wie de weg door dit leven wil uitstippelen op een traject dat parallel loopt met de voorzienigheid van de alziende God, moet zijn uitgangspunt én zijn uiteindelijke bestemming plaatsen in de eeuwigheid. Onze oorsprong is überhaupt niet direct duidelijk of helder definieerbaar. Ze moet gezocht en gevonden worden. Daarbij helpt wat de traditie leert, omdat de traditie zelf van God afkomstig is. De ontdekking van onze oorsprong is als de vondst van de meest kostbare, maar ook kleinste parel in een rijke schat.

We mogen nooit vergeten dat de traditie niet zozeer een volledig systeem of paradigma is dat zichzelf in stand houdt en ons zekerheid geeft, maar een schat van waarheden die allereerst voor ons riskant zijn, omdat de wereld ze haat. Bovendien zijn die waarheden ook onvolledig zonder onze goede werken. Ze zijn onveranderlijk en tijdloos, omdat de oorsprong ervan in de eeuwigheid is. Maar ze zijn niet af zonder ‘vleeswording’ in ons. Ze zijn aan ons doorgegeven door onze voorouders, die ervoor geleefd hebben en ervoor gestorven zijn. Pas als we ons daarvan bewust zijn, en onze verantwoordelijkheid aanvaarden, om wat we ontvangen hebben vrucht te doen dragen in ons eigen leven, kunnen we vooruitkijken op een toekomst die zinvol zal zijn. Openheid voor het hogere en bereidheid om verantwoording af te leggen, dat zijn de uitgangspunten van een weg die ons uiteindelijk naar een einde leidt dat doordringt tot in de oorsprong van alle dingen. Alleen daar zal ons leven een antwoord zijn op het Woord, dat was ‘in het begin’ – volgens de openingswoorden van het Johannesevangelie.

Pater Elias Leyds csj

 

 

 


Wilt u alle bijdragen zien in de speciale serie ‘Thuisvaart in de ark van traditie’, welke een vertaling zijn van de oorspronkelijk Engelse serie van blogs/artikelen ‘homeward-bound in the Ark of Tradition‘? Klik dan hier Klik dan hier.

Wilt u meer commentaren lezen over deze laatste brief van het leergezag  ‘Fiducia Supplicans‘ ? Klik dan hier. 

Antwoord geven op het Woord dat in de wereld is gekomen, is een terugkerend thema in de uitleg van Pater Elias Leyds c.s.j.. Wilt u meer commentaren lezen of horen over dit begrip ‘Antwoord mij‘, inclusief zijn boekje over zijn tijd in Litouwen? Klik dan hier. 

Wilt u meer bijdragen, vlogs en blogs of columns, lezen of horen van pater Elias Leyds c.s.j. in de serie ‘Eens geschreven blijft gegeven‘? Klik dan hier. of gebruik één van de andere tags boven- of onder dit artikel.

 


231230 240101 [XLS00, L000] |

Keywoorden niet opgenomen in de Taglist: God als moeder |

AANVERWANTE ARTIKELEN
spot_img

Actueel