28 november 2025 – Paus Leo XIV moedigt de katholieke geestelijkheid, religieuze broeders en zusters, en lekenpastoraal werkers aan om de kleine omvang van de katholieke gemeenschap als een kracht te zien tijdens een ontmoeting in de Kathedraal van de Heilige Geest in Istanbul, Turkije, op 28 november 2025. / Foto: Vatican Media.
Istanbul, Turkije, 08:55 uur (CNA).
Paus Leo XIV moedigde vrijdag de kleine katholieke gemeenschap in Turkije aan om opnieuw te ontdekken wat hij de “logica van de kleinheid” van het Evangelie noemde, en spoorde hen aan zich niet te laten ontmoedigen door hun geringe aantal, maar daarin de kracht van authentiek christelijk getuigenis te herkennen.
De paus richtte zich tot bisschoppen, priesters, religieuzen, pastorale werkers en leken in de Kathedraal van de Heilige Geest in Istanbul op zijn tweede dag in het land. Katholieken in Turkije vormen ongeveer 0,05% van de 85 miljoen inwoners van het land.
Hij noemde Turkije een “heilige grond” waar het Oude en Nieuwe Testament elkaar ontmoeten, en herinnerde aan de diepe christelijke wortels van de regio: de reis van Abraham door Harran, de vroege christelijke gemeenschappen in Antiochië en Efeze, en de lange en invloedrijke geschiedenis van het Byzantijnse christendom. Hij merkte vooral op dat het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, momenteel geleid door patriarch Bartholomeüs I, blijft “een referentiepunt” is voor zowel de Griekse gelovigen als voor andere orthodoxe kerken.
De paus waarschuwde christenen ervoor dit erfgoed niet louter als een herinnering aan vroegere grootsheid te beschouwen. In plaats daarvan spoorde hij hen aan een “evangelisch perspectief” aan te nemen dat hun huidige werkelijkheid door het licht van de Heilige Geest bekijkt.
“Als we met Gods ogen kijken, ontdekken we dat Hij de weg van de kleinheid heeft gekozen,” zei hij, verwijzend naar het mosterdzaadje, de kleinen die door Jezus worden geprezen, en de stille groei van het koninkrijk van God. De ware kracht van de Kerk, legde hij uit, “ligt niet in haar middelen of structuren,” noch in aantallen of invloed, maar in het samengebracht blijven rond Christus en gezonden door de Heilige Geest.
De paus citeerde Jezus’ woorden: “Wees niet bang, kleine kudde,” en spoorde de christenen in Turkije aan hoop te koesteren. Hij wees op het groeiende aantal jongeren dat de katholieke Kerk nadert als een teken van belofte en vroeg de gemeenschappen hen te blijven verwelkomen en begeleiden.
Hij drong aan op bijzondere toewijding aan oecumenische en interreligieuze dialoog, het doorgeven van het geloof aan lokale gemeenschappen, en pastorale dienstverlening aan vluchtelingen en migranten — van wie velen tot de meest kwetsbare mensen in het land behoren. De paus merkte ook op dat veel katholieken in Turkije afkomstig zijn uit het buitenland, een realiteit die een dieper proces van inculturatie vereist, zodat de taal en cultuur van het land “steeds meer eigen worden.”
De paus benadrukte Turkije’s unieke rol in de geschiedenis van de Kerk, wijzend op de eerste acht oecumenische concilies die op haar grond werden gehouden. Ter gelegenheid van de 1700ste verjaardag van het Eerste Concilie van Nicaea zei hij dat het concilie vandaag drie vragen aan christenen blijft stellen: Wat is de essentie van het geloof? Wie is Jezus voor ons? En hoe moet de leer worden uitgedrukt op een manier die aansluit bij de hedendaagse cultuur?
Hij waarschuwde tegen wat hij een “nieuw arianisme” noemde, een versie van de ketterij die het christendom in haar vroege eeuwen verdeelde, die Jezus reduceert tot een morele leraar of heroïsche figuur en tegelijkertijd zijn goddelijkheid en heerschappij over de geschiedenis ontkent.
Voor hij eindigde, riep de paus de herinnering op aan Sint Jan XXIII, die in Turkije diende en liefdevol schreef over haar volk. Terugblikkend op het beeld van de heilige van Bosporus-vissers die de hele nacht doorploeteren, moedigde hij de Turkse katholieken aan hetzelfde geestesmoed te bewaren: trouw, vreugdevol en moedig werkend “in de boot van de Heer.”
De Kathedraal van de Heilige Geest, waar de bijeenkomst plaatsvond, werd gebouwd in 1846 en herbergt relieken van vroege pausen, waaronder Sint Linus. Een standbeeld van paus Benedictus XV staat in zijn binnenplaats, opgericht uit dankbaarheid voor zijn inzet om slachtoffers van de oorlog van 1915-1918 te helpen. De inscriptie eert hem als “weldoener van volkeren, zonder onderscheid van nationaliteit of religie.”
Gerelateerd
