
Het wonder van het gewone: Johannes 21
“Katholiek geloof is niet een verhaal van mensen die opklimmen naar de hemel, maar van God die neerdaalt tot de mensen”
‘Jezus trad dichterbij, nam het brood, en gaf het hun, en zo ook de vis. Dit was nu de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen sinds Hij uit de doden was opgestaan (uit Johannes 21, 1-14)
Mgr Rob Mutsaerts is helder en hartelijk in zijn boodschap die oproept tot actie, betrokkenheid en het delen van de positieve boodschap van het geloof in de huidige tijd. Lees bijvoorbeeld wat hij zegt (voor de volledige tekst luister naar de podcast of ga onderaan naar de Transcriptie
Er zijn mensen die denken dat het evangelisch saai is, alsof het een soort serie instructies is die men moet afvinken. Maar niemand die ooit werkelijk het laatste hoofdstuk van het evangelie van Johannes heeft gelezen… dat we ook …in deze zondag lezen. Nee, die kan dat geloven. Het is geen lesbrief het zijn geen instructies. Het is een wonderlijke scène.
Als wij zoeken naar God in grootse, meeslepende openbaringen, dan zullen we hem niet vinden. Dan vergeten dat hij juist in de meest alledaagse momenten verschijnt.
Hij herstelt Petrus niet als een generaal die een soldaat straft, maar als een vader die een kind opnieuw vertrouwt.
Katholiek geloof is niet een verhaal van mensen die opklimmen naar de hemel, maar van God die neerdaalt tot de mensen, die hun vis brengt bij het ontbijt en hen niet vraagt om grootse prestaties, maar om liefde voor God en de naaste.
De vraag die Jezus stelt: heb je mijn lief? Dat is niet de vraag, die alleen aan Petrus gesteld werd. Ze weerklinkt door alle tijden en wordt aan ieder van ons gesteld. En het antwoord waarop Jezus wacht, dat is geen theologisch essay of een moreel curriculum vitae, maar een eenvoudig eerlijk hart dat durft te zeggen: u weet het Heer…
Lezingen: Ps. 66 (65), 2 Jubelt voor God, alle landen der aarde; bezingt de heerlijkheid van zijn Naam en brengt Hem uw hulde. Alleluia | Hand., 5, 27b-32. 40b-41 Van dit alles zijn wij getuigen maar ook de heilige Geest | Ps. 30 (29) 2 en 4, 5 en 6, 11 en 12a en 13b R: U zal ik loven, Heer, want Gij hebt mij bevrijd | Apok., 5, 11-14 Waardig is het Lam dat geslacht werd te ontvangen de macht en de rijkdom | Joh., 21, 1-19 of 21, 1-14 Jezus trad dichterbij, nam het brood en gaf het hun en zo ook de vis |
Muziek: “Magnificat anima mea” van John Rutter
Transcript van de tekst in de podcast:
Uit het evangelie volgens Johannes. Jezus zei hun, komt ontbijten. Wetend dat het de Heer was, durfde geen van de leerlingen hem vragen, wie zijt gij? Jezus trad dichterbij, nam het brood en gaf het hun, en zo ook de vis. Dit was nu de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen, sinds hij uit de doden was opgestaan.
Vrienden. Er zijn mensen die denken dat het evangelisch saai is, alsof het een soort serie instructies is die men moet afvinken. Maar niemand die ooit werkelijk het laatste hoofdstuk… van het evangelie van Johannes heeft gelezen… dat we ook… …in deze zondag lezen. Nee, die kan dat geloven. Het is geen lesbrief het zijn geen instructies. Het is een wonderlijke scène. De leerlingen zijn weer gaan vissen. Dat lijkt een anticlimax naar alles wat er gebeurd is. De verrijzenis, de hoogtepunten de ontmoetingen van Maria Magdalene… …met de levende Christus. En wat doen zij, die apostelen… Ze gaan vissen. Ze keren terug naar het oude werk. Ze vissen weer.
En dat is, als je het goed bekijkt, eigenlijk wel logisch. De verrijzenis uit de dood. Ze hadden er iets van gehoord. Maar het is te groot om te omvatten. Het gewone werk is de enige houvast dat hen nog rest. En toch precies daarin ligt het glorieuze van het evangelie. Dat God zich openbaart in het gewone. Dat hij verschijnt in levende lijve en nou, een visje op een barbecue legt, klaarmaakt voor zijn vrienden, daar op het strand.
Juist daar in het gewone, in het alledaagse ontmoeten zij de levende, de verrezen Christus opnieuw. Niet vergezeld van een leger engelen, maar bij een vuur aan de oever van een meer. Als wij zoeken naar God in grootse, meeslepende openbaringen, dan zullen we hem niet vinden. Dan vergeten dat hij juist in de meest alledaagse momenten verschijnt.
Vraag het aan die toch vrijwel talloze jongeren die deze dagen met Pasen gedoopt zijn. De zogenaamde nieuwe katholieken. Als je vraagt wat was de aanleiding Nou, heel simpel, een opmerking, een eenvoudige vraag, een blik in een lege stille kerk waar een kaarsje brandt bij het tabernakel…
Terug naar het evangelie van deze zondag. Die vrienden van Jezus vissen de hele nacht, vangen niks. En dan staat daar op het strand, ja, wie is het? Iemand die vraagt, hebben jullie soms iets te eten? Niet, wat heb je, onthouden van wat ik je geleerd heb, maar simpelweg, hebben jullie iets gevangen? En dan zien ze wie het is en het antwoord is een ontmoedigend, nee niks.
De hele nacht gevist niets gevangen, en dan die merkwaardige opmerking: gooi het net uit, doe dat nog eens daar rechts van de boot. Merkwaardig, waarom merkwaardig? Nou het zijn ervaren vissers, het is hun broodwinning. De hele dag niks gevangen wat heeft het voor zin om dat net nou nog een keer uit te gooien Maar ja, vooruit maar.
Jezus vraagt het. En wanneer ze dan de netten nog een keer uitgooien, aan de andere kant van de boot. De netten zitten vol. 153 grote vissen. Iemand heeft het kennelijk geteld, alleen beroepsvissers tellen zulke dingen volgens mij. Alleen iemand die werkelijk verrukt is over het wonder van het leven, telt de vissen een voor een.
Het is misschien een nutteloos feit, maar misschien draait de wereld wel, op nutteloze feiten. Het aantal sterren, het aantal bloemen in een veld, het aantal keren dat een kind lacht op een zonnige dag.
En dan daar, dat is morgens aan de oever van het meer, op het strand daar, het ontbijt. God die de sterren schiep en de oceanen vormde, nodigt deze apostelen uit, deze vissers, voor een kampvuurontbijt.
Dat is de ondoorgrondelijke nederigheid van Jezus, dat Hij, die de kruisdood vrijwillig onderging en opstond uit de dood, nee, niet vraagt om lofgezangen of offers, maar brood en vis deelt met zijn vrienden.
En toch, zelfs dat is niet het hoogtepunt, want dan komt Jezus, ja, Hij went zich tot Petrus, Petrus de impulsieve, de rots die toch was gebroken. En drie keer vraagt Jezus, heb je mij lief? Ja, Petrus zal het snappen. Hij had Jezus drie keer verlogen, ik ken hem niet.
Maar hij had berouw getoond. En dan was er voor Jezus nooit meer plaats voor verwijten. Alleen maar die vraag, tot drie keer toe, heb je mij lief? Heb je alles voor mij over? Hij herstelt Petrus niet als een generaal die een soldaat straft, maar als een vader die een kind opnieuw vertrouwt.
Katholiek geloof is niet een verhaal van mensen die opklimmen naar de hemel, maar van God die neerdaalt tot de mensen, die hun vis brengt bij het ontbijt en hen niet vraagt om grootse prestaties, maar om liefde voor God en de naaste.
We weten het eigenlijk wel, de geloofsbelijdenis van Petrus. Nee dat is geen academische formule maar enkele eenvoudige woorden: ik heb u lief, Gij weet het Heer, ik heb u lief. Er zijn mensen die zeggen dat geloof simpel is. En ze hebben gelijk.
Maar ze vergeten dat eenvoud niet hetzelfde is als oppervlakkigheid. De eenvoud van het evangelie, is diep menselijk, ook veel eisend, maar ook warm en ook wonderlijk echt, realistisch reëel.
En misschien, als wij struikelen over onze eigen tekorten zoals Petrus, wacht hij… op ons, op u, op mij, in de biechtstoel en met brood in de hand van de priester met een vraag: dit is mijn lichaam, geloof je dat? Zeg dan, ja heer ik weet dat gij het zijt. Oftewel zoals wij het in onze woorden zeggen, amen.
De vraag die Jezus stelt: heb je mijn lief? Dat is niet de vraag, die alleen aan Petrus gesteld werd. Ze weerklinkt door alle tijden en wordt aan ieder van ons gesteld. En het antwoord waarop Jezus wacht, dat is geen theologisch essay of een moreel curriculum vitae, maar een eenvoudig eerlijk hart dat durft te zeggen: u weet het Heer…
+ Mgr Rob Mutsaerts
Oisterwijk 1/5/2025
250504 | [ XLS000]

Schoorsteen installatie Sixtijnse kapel – Foto Credit Daniel Ibanez – EWTN Vaticano – Als wij zoeken naar God in grootse, meeslepende openbaringen, dan zullen we hem niet vinden. Dan vergeten dat hij juist in de meest alledaagse momenten verschijnt…