
22 augustus 2025 – Maria. Kunstenaar Giovanni Battista Gaulli, Museu da Casa Brasileira. Foto: Giovanni Battista Gaulli, Publiek domein, via Wikimedia Commons
Mundelein, Illinois USA – 04:00 uur (CNA).
De katholieke kerk viert jaarlijks op 22 augustus het feest van het Koningschap van Maria. De meeste mensen zouden bij het horen van deze viering denken dat het iets zoets en sentimenteels is, een ouderwetse devotie voor oma’s met een voorliefde voor zoete spiritualiteit. Maar wanneer we dit feest bekijken zoals het hoort, met een bijbelse blik, ontstaat er een heel ander beeld.
De duidelijkste schriftuurlijke aanwijzing dat Maria van Nazareth een koningin is, is een opmerkelijke passage in het 12e hoofdstuk van het Boek Openbaring. De visionaire auteur ziet een buitengewoon teken aan de hemel: een vrouw gekleed met de zon, de maan onder haar voeten, en een kroontje van 12 sterren op haar hoofd.
Twaalf is natuurlijk een aanduiding van de stammen van Israël, en de kroon is een vrij ondubbelzinnige aanwijzing dat we hier te maken hebben met een koninklijke figuur. Al snel wordt duidelijk dat deze vrouw niet alleen een koningin is, maar meer precies, een koningin-moeder, want we horen dat zij worstelt om een koning ter wereld te brengen, iemand die “bestemd is de volken te regeren met een ijzeren staf.”
Zowel de koningin-moeder als de koning-infant zijn betrokken bij een vreselijke strijd. De visionair vertelt ons dat een angstaanjagende draak klaarstaat om de baby te verslinden zodra die geboren wordt. Maar God grijpt het kind op en brengt hem naar de veiligheid van de goddelijke troon, terwijl de moeder vlucht naar de woestijn waar zij bescherming vindt. Daarna breekt er een oorlog uit tussen “Michael en zijn engelen” en de draak met zijn engelachtige aanhangers. Dit beeld is natuurlijk symbolisch rijk en meervoudig interpreteerbaar, maar het geeft in ieder geval aan dat de koningin en haar koninklijke zoon protagonisten zijn in een geestelijke strijd van betekenis. Zij zijn, kortom, strijders.
Net voor deze passage, aan het einde van hoofdstuk 11 van het Boek Openbaring (en vergeet niet dat de hoofdstukindelingen pas eeuwen later zijn toegevoegd), vinden we de visioen van de hemelse tempel. Te midden van bliksemschichten, donderbuien en een zware hagelbui ziet de ziener de Ark van het Verbond in de tempel.
De ark was, zoals we ons herinneren, de draagbak van de resten van de Tien Geboden, en daarmee het meest heilige voorwerp voor het oude Israël. Geplaatst binnen het Heilige der Heiligen in de tempel van Jeruzalem, werd de ark gezien als de verbinding tussen hemel en aarde, de definitieve drager van de goddelijke aanwezigheid.
Toen koning David de ark naar de Heilige Stad bracht, danste hij er roekeloos voor uit. Bovendien nam Israël de ark op verschillende momenten mee in de strijd, vooral toen de priesters er zevenmaal mee rond de muren van Jericho marcheerden, voordat de vestingwerken instortten.
De samenkomst van het visioen van de ark in de hemelse tempel en het visioen van de koningin-moeder gekleed met de zon kan geen toeval zijn geweest. De auteur van het Boek Openbaring vertelt ons dat Maria, de drager van het Woord van God in het vlees, de Ark van het Verbond bij uitstek was.
Inderdaad, toen zij haar nicht Elizabeth bezocht, die zwanger was van de ongeboren Johannes de Doper, sprong hij van vreugde in de buik van zijn moeder, een mooie en kinderlijke imitatie van de dans van David voor de ware ark. Zowel de ark als de koningin worden geassocieerd met geestelijke strijd.
In haar Magnificat-gebed, vastgelegd in het Evangelie van Lucas, spreekt Maria over God “die machtigen van hun troon heeft gestoten en de vernederden heeft opgeheven.” Net als haar Zoon vecht Maria niet met de zwakke wapens van de wereld, maar met de wapens van liefde, vergeving, mededogen en provocatieve geweldloosheid.
Degenen die een jezuïtische retraite hebben ervaren gebaseerd op de geestelijke oefeningen van Sint Ignatius, zullen de meditatie over de “twee standaarden” herkennen. Ignatius vraagt de deelnemer zich een groot slagveld voor te stellen. Aan de ene kant, onder de banier van de Kerk, staat het leger van Christus; aan de andere kant, onder de banier van Satan, staat het leger van de duistere machten. Vervolgens dwingt Ignatius de deelnemer een beslissing te nemen, inderdaad de meest fundamentele en belangrijkste keuze die men zich kan voorstellen, de verkiezing die alles zal bepalen wat hij verder zegt en doet voor de rest van zijn leven: Met welk leger sluit je je aan?
Bob Dylan stelde dezelfde scherpe geestelijke keuze in zijn lied van 1979 “Gotta Serve Somebody:” (“Het kan de duivel zijn of de Heer, maar je zult toch iemand moeten dienen.”) In andere levensgebieden is nuance en subtiliteit op zijn plaats, maar op het meest fundamentele niveau, waar men de grondslag van zijn leven bepaalt, wordt het eigenlijk heel simpel en duidelijk.
Het feest van het Koningschap van Maria heeft te maken met deze keuze: Waar sta jij in de grote geestelijke strijd? Met welk leger vecht jij mee? Marcheren jij onder de banier van de koningin-moeder en haar Zoon, of met hun vijanden? Ga je mee met de Ark van het Verbond of tegen haar in? Zeg wat je wilt over die vragen, maar ze zijn noch zoet noch sentimenteel.
Dit verhaal werd voor het eerst gepubliceerd op CNA op 11 september 2012 en is bijgewerkt.
Gerelateerd