4 oktober 2025 – Catholic Identity Conference Remnant Media – Pittsburgh Pennsylvania
Mgr Rob Mutsaerts
Gastspreker op Catholic Identity Conference 3-5 Oktober 2025 in Pittsburgh, PA USA
Dit essay is van mgr. Rob Mutsaerts en bevat een persoonlijke, theologisch onderbouwde reflectie op de geestelijke toestand van de samenleving. Het combineert maatschappelijke analyse met katholieke geloofsovertuiging en roept op tot herbronning en erkenning van Christus als Koning – EWTN.LC redactie.
Iedereen spreekt over de crises van onze tijd: politieke verdeeldheid, economische onzekerheid, de dreiging van oorlog. Maar onder al die onrust ligt een diepere crisis die vaak over het hoofd wordt gezien: een geestelijke crisis. Zoals mijn held Chesterton ooit opmerkte, maken we ons vaak zorgen om de verkeerde gevaren. We vrezen oorlogen en financiële ineenstortingen, terwijl het echte gevaar de morele en geestelijke corruptie is die aan de ziel knaagt.
In de kern heeft onze moderne wereld de geestelijke dimensie verwaarloosd. Het is niet zozeer de chaos om ons heen, maar de leegte in ons die de samenleving ontwricht. Mensen raken de weg kwijt omdat ze niet meer weten waarom ze hier zijn – en dat is een diep geestelijk probleem. We hebben hogere doelen en een moreel kompas nodig, niet slechts nieuwe politieke leuzen. Wanneer de mens zijn blik van God afwendt, ontstaat er een vacuüm dat gevuld wordt met surrogaten: ideologieën, hypes en obsessies die ongemak misschien verhullen, maar nooit genezen.
“Afgoderij wordt niet alleen begaan door valse goden te aanbidden, maar ook door valse duivels te scheppen; door mensen bang te maken voor oorlog of alcohol of economische wetten, terwijl ze bang zouden moeten zijn voor geestelijke corruptie en lafheid.” – G.K. Chesterton
Deze geestige uitspraak uit 1909 klinkt vandaag bijna profetisch. We benoemen allerlei aardse vijanden – van klimaatverandering tot virusuitbraken – en mobiliseren tegen hen, terwijl we de onzichtbare vijanden van de ziel negeren: zinloosheid, moreel verval en wanhoop. Het is alsof de mensheid druk bezig is een klein vuurtje in de voortuin te blussen, terwijl de fundamenten van het huis – de geestelijke grond – langzaam wegzakken.
Omdat de wortel van de crisis geestelijk is, moet de oplossing dat ook zijn. Het is in wezen een strijd om de ziel. We kunnen honderd wetten aannemen en technologische wonderen uitvinden, maar als de ziel ziek is, keren de symptomen steeds terug. Dat zien we duidelijk: welvaart en wetenschap hebben veel bereikt, maar de innerlijke onrust en morele verwarring zijn niet afgenomen. Sterker nog: naarmate mensen minder vertrouwen op God, vertrouwen ze op alles behalve Hem. Chesterton vatte deze paradox samen: Wanneer mensen ophouden in God te geloven, geloven ze niet in niets; ze geloven in alles.
We zien dit overal. Waar kerken leeglopen, stromen zelfhulpgoeroes, horoscoopwebsites en trendy “spiritualiteiten” vol. De menselijke honger naar betekenis blijft, zelfs als Christus wordt afgewezen. Maar surrogaten – blind vertrouwen in de markt, wetenschapverering als almachtige redder, of esoterische experimenten – kunnen Christus niet vervangen. Ze zijn als zout zonder smaak.
Zo geldt: wanneer we Christus verlaten, verdiept de crisis zich alleen maar. We zien het om ons heen: naarmate het christelijk geloof verdwijnt, vervagen morele normen en vallen gemeenschappen uiteen. Een samenleving die haar ziel verliest, verliest ook haar solidariteit en richting. In plaats van de naastenliefde van het Evangelie erven we een kille cultuur van radicale zelfbevestiging, waar ieder zijn eigen “waarheid” heeft en niets meer heilig is. Dit brengt eenzaamheid, polarisatie en hopeloosheid voort – een crisis van de geest die alle andere crises versterkt.
Hoe dat komt? Laat me vertellen over mijn buurman. Ik kom graag bij hem thuis. Waarom? Hij heeft goede koffie: een luxe Italiaanse baristamachine. Ik was erbij toen hij die machine uitpakte en probeerde aan de praat te krijgen. Maar we faalden. De ene keer kwam er alleen stoom uit, de andere keer veel lawaai, en weer een andere keer wat slappe drab. Een grote teleurstelling. De volgende dag deed hij iets heel verstandigs: hij pakte de gebruiksaanwijzing en volgde de instructies. Resultaat: heerlijke koffie. Heel simpel: de maker van de machine weet hoe die werkt. Volg zijn instructies, en het apparaat doet waarvoor het gemaakt is. Negeer ze, en je krijgt slechte koffie, of het werkt helemaal niet, of erger nog, je maakt het stuk.
Waarom val ik jullie lastig met dit koffieverhaal? Welnu: hoe functioneert een mens goed? Wij hebben een Schepper, wij zijn ontworpen door een Ontwerper. Hoe weten we wat ons doel is en hoe we dat bereiken? Heeft Hij instructies gegeven? Ja. Hij gaf ons het Oude Testament (vooral de diagnose van wat misging), en Hij gaf ons het geneesmiddel: het Nieuwe Testament – Jezus Christus, de Apostelen, de Kerk, de Traditie, de kerkelijke leer. Volg die instructies, en je ontdekt je doel in het leven en hoe je je bestemming bereikt: het eeuwige leven. Negeer de instructies van onze Schepper, en het loopt fout. Zoals die koffiemachine verkeerd liep. Waar Christus niet in beeld is, gaat het verwoestend mis. Waar Christus geen Koning is, heerst chaos. En dat, mijn vrienden, is wat wij moderniteit noemen.
Zonder God zijn wij zelf verantwoordelijk om de wereld te genezen van haar gebreken. Dat dingen al sinds het begin der tijden fout lopen, is duidelijk. Maar zonder Christus – wat is dan de remedie? De wereld gelooft in vooruitgang. Maar waarom moeite doen voor vooruitgang als de conditio humana het probleem is? Het probleem is dat de moderniteit dat niet inziet. Men denkt dat de samenleving het probleem is, de structuren, andere mensen, de economie, de politiek – en dáár moeten we wat aan doen. Dat dachten de Franse revolutionairen, de bolsjewieken, de Arabische Lente. En we weten waar dat toe leidde: chaos en vernietiging. Het bijbelse verhaal van de Toren van Babel maakte dat al duidelijk: de menselijke poging om het paradijs te herwinnen. We weten hoe dat eindigde. Toch blijven we erin geloven: Europese Unie, Nieuwe Wereldorde, the great reset.
Voor de Verlichting geloofde niemand in vooruitgang (het christendom was dominant; utopieën maakten geen kans). De Verlichting geloofde niet in God. De mens was in wezen goed, de structuren van de samenleving waren het probleem. Voltaire had het idee van de nobele wilde. Waar geen geld en christendom waren om de samenleving te “verpesten”, moest er harmonie, liefde en vrede heersen. Dat bleek een misvatting. Voltaire schreef ook een boek over het opvoeden van kinderen. Had hij zelf kinderen? Ja, vijf. Weet je hoe hij ze opvoedde? Helemaal niet. Direct na de geboorte bracht hij ze alle vijf naar het weeshuis. Mijn punt is gemaakt.
We geloven nog steeds in vooruitgang: technische vooruitgang, wetenschappelijke vooruitgang. Maar terwijl de Verlichting ook geloofde in morele vooruitgang, geloven we daar sinds de 20e eeuw (Hitler, Stalin, Mao, Pol Pot) niet meer in. En omdat we niet meer geloven in leven na de dood en niet in morele vooruitgang, blijft er alleen waanzin en absurditeit over – het tegenovergestelde van een utopische samenleving. Hoe dat komt? Twee redenen: 1 We hebben God gecancelled en 2 Gezond verstand is niet langer vanzelfsprekend, zoals Chesterton al een eeuw geleden merkte.
De katholieke kerk en gezond verstand
De Katholieke Kerk heeft altijd de filosofie van Thomas van Aquino omarmd. Waarom? Omdat zij gebaseerd is op het gezonde verstand. De filosofie van St. Thomas is gebaseerd op de universele, gemeenschappelijke overtuiging dat eieren eieren zijn. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar in een verwarrende wereld is dat niet langer zo.
De Hegeliaan kan zeggen dat een ei eigenlijk een kip is, omdat het slechts een onderdeel is van een eindeloos wordingsproces. De Berkeleiaan kan stellen dat gepocheerde eieren alleen bestaan zoals een droom bestaat, omdat het net zo makkelijk is de droom de oorzaak van de eieren te noemen als de eieren de oorzaak van de droom. De pragmaticus kan geloven dat we het meeste uit roereieren halen door te vergeten dat ze ooit eieren waren, en ons alleen de roereieren te herinneren.
Maar geen enkele leerling van St. Thomas hoeft zich het hoofd te breken om tot de conclusie te komen dat een ei gewoon een ei is. De Thomist weet dat eieren geen kippen of dromen of louter praktische veronderstellingen zijn, maar dingen die bevestigd worden door de autoriteit van de zintuigen. Aldus de apostel met het grote verstand: G.K. Chesterton.
Er zijn kennelijk weinig Thomisten en Chestertonians meer – mensen voor wie het duidelijk is dat een jongen een jongen is, en een meisje een meisje. Het zijn biologische feiten die je met je zintuigen kunt waarnemen. Een jongen bestaat niet zoals een droom bestaat; het is niet de droom die de oorzaak is van zijn wezen, en niet het wezen dat de oorzaak is van de droom. Je kunt er zoveel plastische chirurgie op loslaten als je wilt en vervolgens vergeten hoe het lichaam er oorspronkelijk uitzag – dat verandert niets: hij blijft een jongen. En een baby is een baby…
Er zijn twee centrale waarheden die Chesterton verdedigt: het gezin en het geloof. De hele moderne maatschappij voert oorlog tegen deze twee waarheden. De aanval op het gezin is een aanval op het leven zelf, en de aanval op het geloof is een aanval op de Schepper van het leven.
Elk kind is Jezus: een bezoeker uit de hemel, voor een tijd aan zijn ouders toevertrouwd. Het huwelijk is een sacrament. Het onthult een religieuze waarheid: dat liefde onvoorwaardelijk is en dat liefde leven geeft. De aanval op het gezin is dus in wezen een aanval op een religieuze waarheid. En het is een aanval op de religie die deze waarheid heeft geopenbaard: de Rooms-Katholieke Kerk. Het geloof verdedigen betekent het gezin verdedigen. Maar het betekent ook: het geloof verdedigen, zijn voorschriften, zijn praktijken, zijn zuiverheid.
De aanvallen komen van alle kanten, subtiel en openlijk. Chesterton zegt: “Wat in de wereld van vandaag werkelijk aan het werk is, is anti-katholicisme en niets anders.”
Chesterton: “De tegenstanders van het christendom zouden alles geloven, behalve het christendom.” En inderdaad: we zien dat de meest bizarre sekten en culten serieus genomen worden, terwijl de Kerk belachelijk gemaakt wordt. Elke ketterij heeft een deel van de waarheid genomen en de rest weggegooid.
Zo raakten de lutheranen geobsedeerd door “het geloof alleen”, de calvinisten door de soevereiniteit van God, de baptisten door de Bijbel, de Zevende-dags Adventisten door de Sabbat, enzovoort.
De katholieke kerk wordt aangevallen omdat ze te sober of te opzichtig is, te materieel of te spiritueel, te werelds of te wereldvreemd, te ingewikkeld of te simplistisch. Katholieken worden bekritiseerd omdat ze celibatair zijn, maar ook omdat ze teveel kinderen krijgen; bekritiseerd omdat ze oneerlijk zouden zijn tegenover vrouwen, maar ook omdat “alleen vrouwen” naar de mis gaan.
De modernisten klagen dat de katholieke kerk dood is, en klagen nog harder dat zij zoveel macht en invloed heeft. De secularisten bewonderen de Italiaanse kunst, terwijl ze de Italiaanse religie verachten. De wereld berispt katholieken om hun zonden, en nog meer om het belijden van hun zonden. Protestanten zeggen dat katholieken de Bijbel niet serieus nemen, en bekritiseren hen vervolgens omdat ze zo letterlijk zijn over de Eucharistie.
Uiteindelijk is elke aanval op de Kerk een aanval op het priesterschap en de Eucharistie. Elke aanval op de Kerk is een aanval op Christus – God die als kind kwam, die een Kerk stichtte en die het brood en de kelk ophief en zei: “Dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed.”
Chesterton verdedigde de Kerk, zelfs toen hij nog een buitenstaander was. Ironisch genoeg moeten wij vandaag de dag soms de Kerk verdedigen tegen insiders – tegen katholieken, zelfs in Rome – die hun eigen geloof willen ondermijnen.
De geestelijke strijd
En toch, deze strijd is niet hopeloos. Integendeel: de eerste stap naar genezing is erkenning – toegeven dat wat wij meemaken niet slechts politiek of economisch is, maar een morele en geestelijke noodtoestand. Pas dan kunnen we de juiste wapens kiezen. Dus moeten we ons afvragen: hoe vechten we een geestelijke strijd?
Geloof is een persoonlijke zaak. Jezus leed het meest aan het kruis wetend dat Hij niet iedereen zou redden, dat niet iedereen in Hem zou geloven (“Mijn volk, kijk wat Ik voor u gedaan heb; wat had Ik meer kunnen doen?” – daarom weende Jezus over Jeruzalem). Het is waar: we hebben een vrije wil. Het is aan ons om samen te werken met Jezus’ heilsplan. De seculiere wereld wil problemen oplossen; christenen zoeken verlossing.
In tijden van crisis klagen sommigen dat het christendom gefaald heeft, dat de Kerk irrelevant is geworden. Maar is het christelijke ideaal ooit echt geprobeerd en tekortgeschoten? Chesterton dacht van niet: “Het christelijke ideaal is niet geprobeerd en ontoereikend bevonden; het is moeilijk bevonden en daarom onuitgeprobeerd gelaten.”
Met andere woorden: onze wereld lijdt niet omdat we Christus te nauw gevolgd hebben, maar omdat we Hem helemaal niet gevolgd hebben. Zelfs binnen de Kerk is dit het probleem.
Na Vaticanum II (niet het concilie zelf, maar wat men ervan maakte: de zogenaamde “geest van Vaticanum II”) dachten we dat we met de stroom van de seculiere samenleving moesten meegaan. We wilden relevant zijn in moderne tijden; de “kerk van aardig zijn”. Sociale ontmoetingen. We beperkten de Tien Geboden tot één gebod: heb uw naaste lief, wees aardig.
Dat weerspiegelde zich in de Novus Ordo: het altaar werd vervangen door een tafel [niet in Sacrosanctum Concilium]. Altaar betekent offer. Eucharistie is een offer in de vorm van een maaltijd – niet een maaltijd in de vorm van een offer. Jezus brak brood tijdens het Laatste Avondmaal, maar dat verwees naar het offer op Golgotha! Niet naar zomaar “breken en delen”!
O ja, we zijn heel sociaal geworden, maar wie spreekt nog over leven na de dood, oordeel, de vier uitersten? Het probleem is niet dat het Evangelie achterhaald is, maar dat we het ingeruild hebben voor gemakkelijkere surrogaten. Halve waarheden kunnen de ziel niet genezen. Alleen de radicale, volle waarheid van Christus kan dat.
Denk aan de roeping van het Evangelie tot naastenliefde, vergeving en gerechtigheid. Dat zijn geen “middeleeuwse” idealen; ze zijn brandend actueel. De crisis van onze tijd – eenzaamheid, onrecht, verbittering – schreeuwt om echte christenen die moedige liefde en hoop brengen waar cynisme en wanhoop heersen.
Sommigen keren zich af van het geloof vanwege de fouten van christenen – schandalen, hypocrisie, compromissen. Dat heeft de geloofwaardigheid van de Kerk inderdaad geschaad. Maar dit maakt de waarheid van haar boodschap niet ongeldig. De Kerk is niet heilig omdat haar kinderen nooit zondigen, maar omdat zij zondaars een weg naar heiligheid biedt. De fouten van christenen bewijzen niet dat Christus gefaald heeft, maar dat wij Hem niet gevolgd hebben.
De weg uit de crisis begint met een authentieke terugkeer naar Christus. Geloof mag geen culturele versiering zijn, maar de bron van ons leven. Wanneer christenen hun geloof serieus beleven – niet als dwang, maar als liefde – straalt het uit. De ziel van de wereld kan alleen genezen worden wanneer onze eigen ziel weer brandt van geloof, hoop en liefde.
De rol van de Kerk
Dit brengt ons bij de rol van de Kerk. Sommige gemeenschappen proberen het verval te stoppen door met de tijd mee te gaan – moderniseren, vereenvoudigen, gladstrijken totdat niets meer aanstoot geeft. Anderen doen het tegenovergestelde: ze zwemmen tegen de stroom in, houden vast aan traditie en orthodoxie, ook al lijkt dat “ouderwets”.
Wat werkt werkelijk?
Chesterton, een bekeerling tot het katholicisme, was duidelijk: de Kerk aanpassen aan elke mode is zinloos. “Wij willen niet, zoals de kranten zeggen, een kerk die met de wereld meebeweegt. Wij willen een kerk die de wereld in beweging zet.”
Met andere woorden: een kerk wint geen geloofwaardigheid door de wereld na te praten, maar door haar te corrigeren. We hebben een geloof nodig dat ons corrigeert wanneer we verkeerd zitten, niet één dat ons alleen geruststelt wanneer we het al eens zijn.
En wat zien we? De zogenaamde “liberale” kerken – die hun leer verwateren of relativeren om relevant te lijken – storten in. Hun banken vergrijzen en lopen leeg. Sociologen zeggen het simpel: “Liberale kerken hebben geen kinderen.” Ze kunnen geen nieuwe generaties inspireren. Al in de vroege jaren 2000 werd erkend dat zulke gemeenschappen aan het verdwijnen waren, bezocht vooral door ouderen.
Jongeren worden niet aangetrokken door een lauw, geseculariseerd christendom. Een “opgewarmd humanisme” heeft geen kracht om te inspireren. Ondertussen trekken orthodoxe kerken – die duidelijk en moedig verkondigen wat ze geloven, geworteld in traditie – juist jongeren aan. Dat zijn kerken die ergens voor staan, en dat valt op.
Een kerk die durft een oase te zijn in de woestijn, die levend water biedt aan dorstigen, trekt zoekers aan. Dit is geen fantasie: recente onderzoeken bevestigen dat jongere generaties, verrassend genoeg, een bescheiden terugkeer naar geloof laten zien – en dat vooral orthodoxe gemeenschappen hiervan profiteren.
Jongeren en hoop
Kortom: de kerken die trouw blijven – door eerbiedige liturgie, heldere leer of compromisloze moraal – zijn precies de kerken die nieuw leven aantrekken, vooral onder jongeren. Ik ontmoet er heel wat. Ze willen niet gepamperd worden, maar uitgedaagd. Ze willen weten of er iets is om werkelijk in te geloven, en hoe ze daarnaar kunnen leven. Ze willen de waarheid kennen. Ze verschijnen soms totaal onverwacht in onze kerken. De aantallen zijn klein, maar ze zijn er. En het gebeurt overal.
Paradoxaal genoeg zien we te midden van achteruitgang tekenen van hoop bij de jeugd. In sommige landen blijkt Generatie Z zelfs iets religieuzer dan de Millennials vóór hen. In Nederland bijvoorbeeld tonen onderzoeken dat 30% van de jongvolwassenen tussen 15 en 35 zich nu religieus noemt. Dat lijkt misschien niet veel, maar men dacht dat de cijfers bijna tot nul zouden dalen. Bovendien groeien juist orthodoxe christelijke gemeenschappen – katholiek, orthodox en evangelisch.
Waarom? Omdat jongeren diepgang en helderheid zoeken. Ze groeiden op in een cultuur van “ieder heeft zijn eigen waarheid”, maar ontdekten dat dit hen leeg achterliet. Ze verlangen naar een Waarheid die groter is dan henzelf, een fundament onder de schuivende zandgrond. Ze willen geen halve waarheden, maar het echte geloof. En ze verlangen naar gemeenschap. In een verknipte, individualistische cultuur schittert authentieke christelijke gemeenschap als een familie.
Dit is waarom jeugdgroepen, bedevaarten en traditionele parochies vol jonge gezinnen bloeien. Jongeren worden niet afgestoten door een veeleisend geloof – ze worden erdoor aangetrokken. Ze willen mysterie, schoonheid en uitdaging – geen verwaterde kopie van de seculiere cultuur.
De geestelijke strijd volgens Paulus
We begonnen met de stelling dat de crisis van vandaag in wezen geestelijk is. En inderdaad: de diepste antwoorden moeten ook geestelijk zijn. “Onze strijd is niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten” (Ef. 6,12).
Met andere woorden: de diepste strijd van de christen is niet tegen mensen van vlees en bloed, maar tegen de onzichtbare machten van het kwaad. Dit is geen middeleeuws bijgeloof, maar een nuchtere realiteit van het christelijk leven. Zoals C.S. Lewis zei: we leven in vijandelijk bezet gebied, waar de duisternis nog rondwaart ondanks de beslissende overwinning van Christus op Golgotha.
Veel mensen vinden praten over duivels en engelen ongemakkelijk of ouderwets. Maar misschien is dat precies de strategie van de vijand. Er zijn twee valkuilen: de duivel ontkennen of je obsessief op hem fixeren. Lewis merkte terecht op dat de duivel blij is met beide extremen. De wijze christen blijft waakzaam zonder hysterie: het kwaad nuchter erkennen zonder paranoia.
De vorst der duisternis is niet Gods gelijke tegenpool. Hij is geen eeuwige anti-god, maar een gevallen engel – een schepsel dat goed begon maar in opstand kwam. Hij is beperkt. Slim en gevaarlijk vergeleken met ons, ja, maar eindig en uiteindelijk onderworpen aan Gods macht. Het is geen strijd tussen twee gelijke goden, maar de rebellie van een schepsel tegen zijn Schepper.
Paulus waarschuwt voor de “listen van de duivel” (Ef. 6,11). Listen duiden op misleiding en subtiliteit. De duivel verschijnt zelden met horens en een drietand. Zijn doel is ons weg te trekken van God, vaak via leugens en verleidingen die als gewone gedachten of gevoelens vermomd zijn.
Daarom geeft Paulus ons de wapenrusting van God (Ef. 6,13–17):
- De gordel van de waarheid – waarheid houdt alles bijeen in een wereld vol relativisme.
- Het borstharnas van gerechtigheid – bescherming van het hart door Gods genade en morele integriteit.
- De schoenen van de bereidheid om het evangelie van vrede te brengen – stabiliteit en beweeglijkheid door het getuigenis van het evangelie.
- Het schild van het geloof – vertrouwen in Gods beloften dooft de vurige pijlen van de boze.
- De helm van het heil – bescherming van het denken door de zekerheid van redding en eeuwig leven.
- Het zwaard van de Geest, dat is het Woord van God – het enige offensieve wapen.
En bovenal: gebed – de levenslijn met onze Commandant. Zonder gebed blijft zelfs de mooiste wapenrusting dode materie.
De oproep tot heiligheid
Hoe passen we dit toe vandaag? De druk van het secularisme probeert ons wijs te maken dat God irrelevant is. De informatiestroom maakt waarheid ongrijpbaar. Ideologieën verheerlijken het ego. Jongeren worstelen met wanhoop. Overal zien we afleiding en verleiding. Precies hier hebben we de wapenrusting van God nodig.
Daarom:
- Stel onze prioriteiten goed. Politiek is belangrijk, economie is belangrijk, vrede is belangrijk – maar bovenal is zorg voor de ziel belangrijk.
- Wees moedig tegen de stroom in. Schaam je niet voor orthodoxie of “ouderwetse” waarden. Juist die geven geloofwaardigheid.
- Bouw gemeenschappen van echte katholieken. Een parochie of gezin waar Christus werkelijk Koning is, is een krachtig antwoord op de crisis van zinloosheid.
De strijd is nog niet gewonnen, maar ook niet verloren. De waarheid kan onderdrukt worden, maar staat altijd weer op. En in onze donkerste tijd kan het licht van Christus het helderst schijnen.
“De wereld zit vol dwazen die zeggen dat de tijden donker zijn. Maar ik zeg: juist in de duisternis schijnt een enkele kaars het felst.”
Laten wij die kaars van geloof hooghouden. Niet verbitterd, maar met vreugde. Niet berustend, maar hoopvol. Want Christus alleen is het antwoord dat de crisis kan keren. Hij is dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid.
Soms voelt de wapenrusting zwaar. Soms voelen we ons moe. Maar de strijd behoort de Heer toe. Onze taak is trouw te blijven, te bidden, stand te houden. Onthoud: de zwakste heilige, bekleed met Gods wapenrusting, is sterker dan de hel.
Streef ernaar een heilige te worden. Als dat niet je doel is in het leven, heb je het totaal verspild.